Texel

Van mijn eerste echte vakantie kan ik me alleen herinneren dat ik het woord ‘pension’ leerde, we ’s middags warm eten kregen, ik bij een vreemde meneer op de kamer sliep en mijn broertje thuis bij oma moest blijven. Ik heb ook een rit gemaakt op de laatste stoomtrein van Nederland, Bello geheten en ik heb de Alkmaarse kaasmarkt bezocht. Daar zijn foto’s van en toen waren foto’s nog waar. Ik herinner me de foto’s en niet de bijpassende gebeurtenissen.

Continue reading

Buck

Op 17 januari 1960 kwam Buck in ons leven. Hij kwijlde, sprak geen Nederlands en was twee jaar en duidelijk verwaarloosd. Buck was een boxer. Mijn moeder en vader hielden wel van beesten en toen mijn zevenjarig broertje eens de wens uitsprak dat hij graag een hondje wilde, leek het hun een goed idee om ons toen nog redelijk gelukkig gezin uit te breiden met een inwonende viervoeter.

Continue reading

Vaders moeder

Er zijn maar weinig ouders die van hun kinderen houden op de manier dat kinderen willen dat er van hen gehouden wordt. Als mijn oma van mijn vader gehouden heeft, dan kon ze dat goed verbergen. Ik kan daar over oordelen, omdat wij bij mijn oma inwoonden. Het was een mooi groot huis, gemeten naar de maatstaven van de kleine middenstand. Bij ons op de Boezemlaan woonden bijvoorbeeld een kruidenier, een aannemer en een eigenaar van een limonadefabriek, dus in die tijd waren wij letterlijk niet van de straat.

Continue reading

Moeder

Normaliter kan ik mij weinig herinneren van een gesprek, behalve dat het aangenaam was, saai of inspirerend. Of dat het ging over zijn hekel aan sport of mijn hekel aan reizen. De diepere inhoud is mij meestal niet bijgebleven. Dat ligt niet aan de ander, dat ligt aan mij. Trivia, banaliteiten en voorwerpen, die blijven wel hangen. Ik ben goed in quizzen. Men zou mij oppervlakkig kunnen noemen en die mensen zal ik niet tegenspreken. Ik ken bijvoorbeeld een redelijk aantal dode mensen en die spelen niet zo’n grote rol in mijn huidige leven. Ik leef bij de dag en dat wil ik graag zo houden.

Continue reading

Straatvechter

Mijn vader was een straatvechter. Ik heb daar nooit een bewijs van gezien, en ik ken zelfs niemand die daar een blijk van gezien heeft, maar hij heeft het meer dan eens geponeerd. Tsjonge, dachten zijn kinderen, wij hoeven niet bang te zijn voor boze mannen, want wij hebben een straatvechter thuis. En misschien was hij in zijn jonge jaren een echte straatvechter geweest, want wij wisten wel dat hij erg driftig kon zijn.

Continue reading

Het Hele Eiereten

Vergeleken met Kerstmis was Pasen vroeger maar een mager kerkelijk feest. De lijdensweek ervoor was spannender. Eerst Palmpasen, waarbij de welpen en de verkenners (voor de jongeren onder de lezers: de katholieke scouts) in optocht liepen met palmpaasstokken. Dat waren een soort kruisen met in de top een broodje in de vorm van een haantje. Dat haantje was in dit geval niet het symbool van de duivel, maar van de vruchtbaarheid, want Pasen is van oorsprong een lentefeest.

Continue reading

Weemoedige gedachten

Wanneer ik in een goede bui ben, onder andere na een copieuze maaltijd, dan kan ik welereis welwillend denken over gelovigen. Dat ze er bijvoorbeeld ook niks aan kunnen doen dat ze geïndoctrineerd zijn door hun ouders en dat het best handig kan zijn om wat voorgebakken vastigheid in je leven te hebben, zeker als je het warme water niet hebt uitgevonden. Ik kan me ook voorstellen dat het prettig is om te denken dat je na je dood in een hemel komt, met name als je leven uit narigheid bestaat. Als niemand van je houdt, is het fijn om te weten dat je god tenminste van je houdt. Op dat soort momenten kan ik ontroerd raken door mijn eigen lankmoedigheid. En tevreden schenk ik mezelf nog een likeurtje in.

Continue reading