En als ik eens Misschien ooit Een IJslander zou zijn geweest Iemand met een vreemde taal
Categorie: Povl Nyborg Christensen
Over Povl Nyborg Christensen is weinig bekend. Hij was journalist bij Jyllands-Posten, maar heeft daarna als kluizenaar geleefd. Het is onduidelijk of hij nog in leven is. Zijn enige bundel Digte is in eigen beheer uitgegeven. Bente Andersen, Deense van geboorte, heeft een aantal gedichten van hem vertaald.
“Dichten is voor sukkels,” was zijn geliefde uitspraak. In interviews zei hij altijd dat hij met een roman bezig was, maar behalve het kinderboek Alles overboord is er nooit proza van zijn hand in druk verschenen.
Nyborg Christensen was het zwarte schaap van een rijke redersfamilie, die hem in staat stelde nooit te hoeven werken en niet afhankelijk te zijn van uitgevers. Hij verwierf zich een trouw lezerspubliek. Zijn poëzie gaat over het onvermogen van de mens zijn eigen lot in handen te nemen, maar daarin wordt hij nooit larmoyant. Hij hekelt het materialisme van het naoorlogse Denemarken zonder het te veroordelen, zoals bijvoorbeeld een Anders Johansen.
Heel simpel gezegd gaan zijn gedichten over de goede mens die toch het slechte doet. Dit paradoxale fascineert hem en doet hem hoopvol wanhopen, zoals hij het zelf uitdrukte. Zijn stijl is haast achteloos: grote woorden vermijdt hij. Aan duizend woorden heb ik genoeg, zei hij vaak. En misschien is hij daarom buiten Denemarken niet erg bekend geworden. Het kon hem niet schelen: hij had zijn eigen publiek, dat aan weinig woorden genoeg had.
Gave
Geluk is helemaal niet moeilijk Als je maar iets te aaien hebt Haar van iemand anders Je eigen schouder Droog zand van grote warmte
Klein
Een klein verhaal Omdat het grote op vakantie is Jij stootte een teen Een van de tien, dacht ik
Teleurstelling
een man wankelt aan de poort van de hel. hij stamelt een excuus en vraagt om toegang, graag dat krijgt hij niet, de duivel van dienst – geen bokkenpoten, keurig in het pak – verwijst hem naar de hemel
Déja vu
Een vrouw stond voor mij bij de kassa Ze deed me aan iemand denken maar ik kon niet op die iemand komen En plotseling wist ik het Ze leek op een saiga zo’n heel bijzondere antilope nogal bedreigd En ik wilde zeggen: Mevrouw, u lijkt op een saiga Maar gelukkig...
Zwerver
Er liep een man op Amager Strandvej Voorlopig woonde ik daar Hij vroeg mij om vijf kronen Die kreeg hij en ik vroeg Mijn beroep is vragen Wat doe je ermee?
Zintuig
Vanmorgen zag ik Een vrouw haar kind roepen Ik zag Maar hoorde niet
Worst
Omdat ik onlangs Heel oud werd, Sprak ik met mijn worstverkoper Aan het stalletje