Sport

Ik was vroeger niet geheel onsportief. Omdat mijn ouders de rooms-katholieke lagere school in Crooswijk te weinig prikkelend vonden voor mijn overnieuwsgierige brein, werd ik op de Sint-Bavoschool gedaan in Kralingen, geleid door de Broeders van Dongen. Die school was geliefd bij de wat serieuzere katholieke ouders. De routeplanner geeft...

Continue reading

Twijfel

In het regeerakkoord van 2007 schrijven de regeringspartijen: “Wij willen werken aan een samenleving waarin mensen zich duurzaam met elkaar verbonden weten. Het is onze ambitie mensen het daarvoor benodigde vertrouwen in elkaar en in de toekomst te geven.” Dat zijn mooie woorden, maar ik begrijp er niet veel van.

Continue reading

Vogelen

Op het gymnasium kende ik een verlegen jongen, Jos Kuyper geheten, die vogelaar was. In mijn pre-hormonale fase vogelde ik ook, maar Jos was vele graden fanatieker. Hij was lid van een katholieke bond voor natuurstudie en vrijwel elk weekeinde was er wel een excursie. Dan kwam hij maandag op school en zei tegen mij met glanzende ogen dat hij een scharrelaar had gezien.

Continue reading

Kunst en tijd

Iemand vertelde mij laatst dat je van een kunstwerk dat zich in de tijd afspeelt, zoals film, theater, dans en muziek, in de eerste vijftien seconden moet weten hoe de wetten van het betreffende kunstwerk zijn vastgesteld. Die iemand was componist, musicus en theatermaker. Hij had dat verhaal in diverse varianten gehoord op zijn conservatorium.

Continue reading

Het gat

Een gat in je panty, een gat in je hoofd, een gat in de begroting, dat zijn nare dingen. Gaten hebben iets vervelends, en je denkt er verder nooit over na. Maar gaten zijn erg belangrijk.

Continue reading

Onstoffelijk

Zo rond mijn veertiende logeerde ik wel eens bij tante Frans. Tante Frans woonde in Vlaardingen met oom Joop en een heel stel neefjes en nichtjes. Zij was mijn peettante. Hierbij moet u niet direct aan maffia-praktijken denken. De peetoom en -tante werden geacht een bijzondere aandacht te besteden aan de katholieke opvoeding van het petekind.

Continue reading

Drummin’ Man

Er waren vier vrienden en ze wilden een band beginnen. Een jongen had al een jaar gitaarles, de tweede drie maanden, de derde een maand en de vierde helemaal niets. De eerste werd sologitarist, de tweede slaggitarist, de derde basgitarist en de vierde ging drummen. Op foto’s van popgroepjes uit de jaren zestig kon je de drummer er altijd direct uithalen, want die zag er het domste uit. Het schijnt dat C. Watts wel eens een boek gelezen heeft, maar van R. Starr is daarvan niets bekend.

Continue reading

Kinderen

Ik heb het nooit zo leuk gevonden om kind te zijn. Het kindschap heeft een aantal duidelijke nadelen: anderen zijn jou de baas, je hersens zijn beperkt en je leeftijdgenoten deugen niet. Als het kindschap zo leuk was, zouden kinderen niet zo vaak huilen. Je moet allerlei dingen doen en leren, waar je het nut niet van inziet. Alle volwassenen die je tegenkomt, zijn beter dan jij in vrijwel alles. Het kindschap is een frustrerend tijdperk.

Continue reading