In 1959 ging de tweeling naar de pastorie van de kerk. Ze belden aan. De huishoudster deed open en vroeg vriendelijk wat ze wilden. Ze wilden graag kapelaan Van de Berg spreken. Even later stond de kapelaan in de deuropening en nodigde ze uit om binnen te komen. Hij leidde ze naar een kamer die hij de spreekkamer noemde. Dat kwam goed uit, want daar kwamen ze voor. Ze wilden meteen van wal steken. “Hoho,” zei de kapelaan, “Eerst de inwendige mens versterken.” De huishoudster bracht hun een glaasje limonade en een koekje en voor de kapelaan een glas wijn. Zenuwachtig namen ze een slok en keken elkaar aan. Jan nam het woord. “We willen graag misdienaar worden.” De kapelaan keek eerst verbaasd en begon toen te lachen. “Nou Jan, we willen graag dat jij de gelederen van de misdienaars komt versterken, maar Els kan natuurlijk geen misdienaar worden.” “Waarom niet?” vroegen ze in koor. Toen legde de kapelaan uit dat de apostelen allemaal mannen waren geweest en zodoende. Teleurgesteld en een beetje boos ging de tweeling naar huis. Jan werd geen misdienaar. In 1969 trouwde kapelaan met de huishoudster. In 1972 werd de kerk afgebroken. De tweeling heeft inmiddels een zeer succesvol reclamebureau.
De afwijzing
Filed under: Fictie, VerhalenTagged with: religie, verhalen
No comment yet, add your voice below!