Meneer L. van Wateringen stond gistermorgen op met een zonnig humeur. Hij stond vrijwel altijd zonnig op. Vandaag had hij weer een goed argument: hij hoefde geen pap te eten. Meneer van Wateringen had eens in zijn jeugdjaren in het ziekenhuis gelegen voor een kleine ingreep aan zijn pielemuis en daar werd hij door de nonnen gedwongen elke dag een bord roze pap te eten. Het duurde maar drie dagen, maar het was een zeer traumatiserende ervaring geweest.
Elke dag dat hij geen pap hoefde te eten, kon nooit een verloren dag zijn. Meneer van Wateringen had nog een reden om tevreden te zijn: hij ging vandaag niet naar zijn werk. Hij had vroeger eens bij een bibliotheek gewerkt. Zijn taak was daar niet zo ingewikkeld. Hij pakte een stapeltje boeken, zocht er de bijpassende kaartjes bij in het kaartsysteem, plakte een magnetisch etiket aan de binnenkant van de achterkaft van een boek en schreef het nummer van het etiket op het kaartje. De boeken mocht hij weer in de kast zetten, maar het kaartje mocht hij niet terugzetten in de kaartenbak, omdat hij geen officiële alfabetiseringscursus had gehad. Na drie maanden meldde meneer van Wateringen zich bij de gemeentelijke maatschappelijk werker en zei dat hij overspannen was. Hij was te slim voor zulk een eenvoudig werk. De maatschappelijk werker zag daar de billijkheid van in en meneer van Wateringen mocht verder thuisblijven. Hij besloot voortaan alleen nog maar werk te doen waar hij niet overspannen van werd, wat er in de praktijk op neer kwam dat hij leefde van een uitkering.
Meneer van Wateringen haalde de krant van de trap en maakte zich een smakelijk ontbijt. Twee boterhammen met gebakken eieren en spek. Daarbij een mok sterke Engelse arbeidersthee zonder melk, want hij was geen watje. Nadat hij de krant had uitgelezen en de puzzels had opgelost, besloot meneer van Wateringen dat het tijd was om zijn huis tijdelijk te verlaten. Toen hij de deur uitstapte, trapte hij in een vers hondenuitwerpsel dat vlak voor de deur lag. Hij zocht een stokje om zijn schoenen te reinigen. Hij vond er een in de straatgoot, dat vlak naast een briefje van twintig lag. Hij raapte beide op en fatsoeneerde zijn schoen.
Meneer van Wateringen liep naar de stad en ging een groot warenhuis binnen. Hij passeerde met snelle tred en dichtgeknepen neus de parfumerieafdeling en ging de roltrap op. Hij was dol op roltrappen. Helemaal voor niets en wat een blikveld! Deze dag bezocht hij de serviezenafdeling. Doordat er geen eten op lag, waren de borden, de kopjes en de eierdopjes goed te bewonderen. Meneer van Wateringen had zelf geen servies nodig, omdat zijn moeder hem zeer toereikend aardewerk had nagelaten, maar hij stelde zich de vreugde voor van een jong stel dat op hun bruiloft een compleet servies van haar opa en oma had gekregen. Van alles acht stuks. Dan kon je wel een paar vrienden uitnodigen!
Hij verliet het warenhuis via de dalende roltrappen die vanwege het uitzicht nog mooier waren dan de stijgende en begaf zich naar de kunstgalerie van een vage kennis, waar hij de enige bezoeker was. Hij bekeek met gepaste bewondering de tentoongestelde werken en kreeg als beloning een tweetal glaasjes niet al te slechte witte wijn. Daarna was het tijd voor een bezoek aan de bibliotheek. Hij leende een Finse detective, een dichtbundel van een hem volstrekt onbekende Russische dichter die zich had doodgedronken en een boek over het kweken van cactussen. Meneer van Wateringen bedacht dat het misschien aardig was zich een kleine verzameling van deze succulenten aan te schaffen, maar zoiets vereiste een grondige voorbereiding. Bezint eer ge begint, zei zijn vader altijd.
Op weg naar huis kwam hij langs een tandarts. Het was spreekuur en hij ging naar binnen. Zoals altijd hing er een gespannen sfeer. Zeker de mensen die net een verdoving hadden gehad waren ronduit zenuwachtig. Meneer van Wateringen las de Donald Duck, de Tina en de Miljonair en besloot dat het weer tijd was op huis aan te gaan. Hij had een volledig kunstgebit en het was zeker niet nodig om de tandarts lastig te vallen. Hij kwam langs zijn vaste slijterij en besprak met de winkelier welke de beste whisky was die je voor twintig euro kon aanschaffen. De man feliciteerde meneer van Wateringen met zijn goede smaak.
Weer thuis gekomen verdiepte hij zich in het cactussenboek en besloot dat het een goed idee zou zijn om geen cactussen te gaan kweken. Ze vereisten veel zorg en mislukkingen waren niet uitgesloten. Meneer van Wateringen had een hekel aan mislukkingen. Die waren slecht voor zijn gemoedsrust. Hij had wel eens een mislukt huwelijk gehad en dat heugde hem nog steeds. Misschien waren kunststof cactussen een goed idee, maar dat zag hij later wel.
Hij maakte zich een stevige boerenomelet met spek, doperwtjes en uien. Als toetje nam hij een cakeje van de aanbieding met een dotje slagroom uit de spuitbus. Onder het genot van een glaasje whisky las hij een paar gedichten van de doodgedronken Rus. Het was duidelijk dat drank goed voor poëzie was.
Hij begon in de Finse detective die erg spannend was. Hij was blij dat hij niet naar Pauw en Witteman hoefde te kijken. Meneer L. van Wateringen had een welbestede dag gehad en hij verheugde zich op de volgende. Dan hoefde hij weer geen pap te eten en niet naar zijn werk te gaan. Als een gelukkig mens ging hij naar bed.
No comment yet, add your voice below!