Het rugzakje

De oude man stond bij de rivier met een stok en een rugzakje. Het rugzakje was symbolisch. De stok was echt. Het rugzakje was een andere naam voor persoonsgebonden budget. De man vond ‘rugzakje’ een mooiere term, maar eigenlijk wilde hij helemaal geen rugzakje. Vroeger kreeg hij hulp van Thuiszorg. Dat was handig: er kwam een mevrouw bij hem langs en ze vonden samen dat vier uur hulp per week voldoende was om de boel schoon te houden. De hele wereld kwam bij hem thuis: mevrouw Kwame uit Ghana, mevrouw Devoisier uit Haïti, mevrouw Zbgniev uit Polen, een meneer Ranaennogiets uit Pakistan en nog een heleboel anderen. Sommigen werkten hard en waren nors, anderen deden vrijwel niks en waren reuze gezellig. Soms werd er zelfs een borreltje gedronken, maar dat vond Thuiszorg niet goed. Soms miste hij wat geld. Een enkele hulp naam wel eens eten mee, erg gekruid, maar daar kon zijn maag nog wel tegen.

Met zijn maag was niks mis. Het waren zijn handen die het vaak lieten afweten. Fijn schilderen ging al niet goed meer, maar nu gebruikte hij wat grovere kwasten. Het palet bleef hetzelfde. Hij schilderde de rivier wat minder vaak en begon zijn atelier als onderwerp te gebruiken, net zoals Kees Verwey, een man die hij zeer bewonderde. Hij was een jaar weggeweest naar zijn broer in Nieuw-Zeeland, een prachtige tijd. Na een jaar begon hij te begrijpen hoe hij de natuur daar moest schilderen, maar toen ging zijn broer ineens dood. Hartverlamming. Mooie dood. Dat wilde hij zelf ook wel. Maar al het geld en het huis van zijn broer ging naar de kinderen en hij ging weer terug naar Nederland, naar zijn huis aan de rivier.

Dus klopte hij weer bij Thuiszorg aan. Maar het geld was op bij Thuiszorg. Er waren te veel hulpbehoevenden. Hij snapte het niet helemaal, want Nederland was toch een van de rijkste landen van de wereld. Elk jaar kwamen er honderden miljonairs bij. Gelukkig was er een oplossing: het persoonsgebonden budget. Het geld was er dus wel, maar ergens anders. Ze vroegen wel eerst of hij vrienden had die hem konden helpen, maar die waren van zijn leeftijd en hij mocht sowieso blij zijn als hij een van hen zag. Dus dan maar het rugzakje met geld.

Hij kon iedereen inhuren die hij wilde, mits er voldoende formulieren werden ingevuld en hij een financiële administratie bijhield. Dat was nou precies een van de redenen waarom hij kunstenaar was geworden. Hij haatte alles wat met boekhouden te maken had. Zijn vader was boekhouder geweest en ze waren nooit vrienden geworden. Eigenlijk hadden ze een hekel aan elkaar gehad.Maar nu stond hij op de dijk en hij voelde de zwaarte van zijn symbolische rugzakje. Hij kon misschien de dochter van de bakker inhuren. Misschien was ze ook goed in boekhouden.

Filed under: Fictie, VerhalenTagged with:

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.