Inmiddels ben ik volwassen en dat bevalt me uitstekend. Daar had ik dan wel mijn achttiende verjaardag voor nodig. Toen ik nog een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Ik citeer nu even de bijbel, want dat staat zo volwassen. Om een voorbeeld te noemen: voor mijn achttiende kon ik een vriendinnetje op haar bek slaan omdat ik haar pop wilde hebben. Doe ik niet meer.
Als ik nu de vriend van een vriendin wil hebben, vraag ik dat eerst beleefd en als ze nee zegt, dan hou ik me in. Dat vind ik volwassen gedrag. Als mijn moeder vroeger zei dat ik bijvoorbeeld mijn kamer moest opruimen, dan was ik het daar meestal niet mee eens en zei ik dingen die mijn moeder dan brutaal noemde. Nu is ze blij als ik een keer thuis kom. Ik spreek haar nog steeds tegen, maar nu heet het een discussie. Ik gebruik hetzelfde type argumenten als vroeger, maar misschien is zíj wel volwassen geworden. Ik sluit niet uit dat er volwassen ouders bestaan. Ik vind mijn vader nogal volwassen, omdat hij toegeeft nooit volwassen geworden te zijn. Ook leuk is dat ouders hun kinderen stelselmatig onderschatten, behalve wanneer het hun uitkomt. Allerlei dingen mag je niet, omdat je daar zogenaamd te jong voor bent, maar als je ruzie maakt met je jongere zus in een van haar onuitstaanbare periodes, moet jij ineens de verstandigste zijn. Je moet dan ook al op jonge leeftijd je ouders gaan opvoeden, want anders gaan ze jou opvoeden en het is de vraag of hun manier wel bij je past. Met mijn vader is het redelijk gelukt. Hij laat zijn verstand alleen op aanvraag spreken. Mijn moeder heeft het natuurlijk moeilijker omdat ze ook meisje geweest is. Ze schijnt in haar jeugd behoorlijk te hebben liggen slettebakken. De losbandigheid is in de jaren zestig veel erger geweest dan tegenwoordig. Tenminste dat zegt mijn vader en die komt uit die tijd en hij kent mijn moeder al langer. En hij zegt ook dat mijn opa en oma geen flets benul hadden over wat hij allemaal uitspookte. Dat is het grote probleem van die ouders van tegenwoordig: ze kunnen zich hun eigen jeugd nog goed herinneren, dus ze weten wat er allemaal mis kan gaan. Als ze dronken zijn, hoor je wel eens van die nostalgische weetjenogwel-verhalen en die gaan altijd over dingen die ze hun kinderen zouden willen verbieden om te doen. Omdat zij niet deugden, denken ze dat wij niet deugen. Daarom wil ik ook geen kinderen, want stel je voor dat ik hetzelfde belachelijke gedrag ga vertonen als zij wel eens hebben. En stel je voor dat ik net zo’n eigenwijs kreng krijg als ikzelf. Mijn ouders hebben het met mij absoluut niet gemakkelijk gehad. Dat ik dit zo verstandig doorheb, komt omdat ik onlangs volwassen ben geworden.
No comment yet, add your voice below!