Nu heb ik een opa en dat is een schat, maar hij is een beetje oud, zeventig of tachtig of zoiets. Dat is op zichzelf niet erg want daar kan hij niks aan doen. Hij vertelt prachtige verhalen over vroeger, de dingen die je nooit bij geschiedenis krijgt. Over de oorlog, dat mensen helemaal niet zo ongelukkig waren bijvoorbeeld. En dat champignons betaalbaar werden, want je kunt je nu niet voorstellen dat dat een luxe product is geweest. Irritant is wel dat hij vaak zegt dat vroeger alles beter was. Hij is niet zo genuanceerd in die dingen. Dat is niet zo gek, want hij is de vader van mijn moeder en die heeft de grijstinten van het leven ook nooit ontdekt. Daarom zal ze wel getrouwd zijn met mijn vader die zich vrijwel nooit over iets kwaad maakt, maar dit terzijde. Mijn opa vindt dus dat er tegenwoordig geen goede films gemaakt worden. Nee, dan Hitchcock, zegt hij met een triomfantelijke blik. Nu heb ik laatst een Hitchcockfilm gezien over vogels die om een vage reden mensen gaan aanvallen en daar vond ik geen ruk aan. De actrice met de onwaarschijnlijke naam Tippi Hedren speelt als een natte krant en het hele verhaal rammelt aan alle kanten. Je hebt constant door dat de regisseur een tera-effect wilde hebben en mijn vader zegt altijd dat je van de regisseur nooit iets mag merken en daar geef ik hem helemaal gelijk in.
Maar het gaat nog verder: mijn opa denkt dat er na Elvis Presley nooit meer echt goede muziek gemaakt is. Ik ben een heel aardige kleindochter en ik ga eens filmpjes van die man bekijken. En ik probeer me er voor open te stellen, zoals dat heet. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik kreeg inenen een heel miserabel gevoel. De laatste keer dat ik zo’n gevoel had, was toen mijn cavia dood in zijn kooitje lag. Dat mensen vroeger die Elvis geweldig vonden, gaat er bij mij niet in. Het zal wel, maar die vent zingt alsof hij nét niet kan verbergen dat hij homo is. Mijn beste vrienden zijn homo, gelukkig zijn ze niet gay, maar ze zijn allemaal uit de kast gekomen en dat siert ze. Maar die Elvis zingt achterbaks. Gatver.
Wat ook heel erg is, is dat mijn opa denkt dat mensen vroeger allemaal heel beleefd tegen elkaar waren. Ik kijk graag naar historische filmjournaals, want ik vind dat je van het verleden kan leren, en dan zie ik bijvoorbeeld dat de journalisten heel beleefd waren tegen ministers. Excellentie, zeiden ze dan. Maar die mensen waren net zo min excellent als de ministers van tegenwoordig en waarom zou je dat dan zeggen? Minder was beleefd tegen meer. De meerderen waren vroeger ongelooflijk onbeschoft tegen minderen! Daar word ik een beetje heelerg boos van. Mijn opa heeft zelf vroeger wel eens gestaakt en op zo’n historisch stakingsfilmpje zie je dan dat de arbeiders met de pet in de hand aan de bazen vragen of ze iets minder uitgebuit mogen worden. Dat is nog erger dan een dooie cavia.
Maar dat zeg ik natuurlijk allemaal niet tegen mijn opa. Hij houdt ook van Frank Sinatra en die kan mij ook zeer beroeren. En als oude socialist heeft hij een teringhekel aan die Samsom en we hebben laatst samen naar de film Mamma Mia met Abbaliedjes gekeken en dat vonden we zeer aangenaam, hoewel we ons er eigenlijk voor schaamden.
Het grootste probleem met vroeger is dat er toen weinig mooie mannen waren en daar houd ik toch wel van, behalve Donald Sutherland dan, want die lijkt erg op mijn opa.
No comment yet, add your voice below!