Amsterdamned

We hebben nu eindelijk aan den lijve ondervonden, hoe de Amsterdamse filosoof Johan C. aan zijn kernspreuk is gekomen dat elk nadeel zijn voordeel hep. Het nadeel is duidelijk Amsterdam zelf. Misschien is die stad leuk als je jong bent en een dikke huid hebt, maar wij waren met de rolstoel en dan is die hele stad een hindernisbaan, waar met scherp geschoten wordt op de nietsvermoedende provinciaal en dat is iedereen in Nederland, behalve de Amsterdammer zelf. Zelfs in Parijs zijn de mensen beleefder en die hebben daar de onbeschoftheid toch uitgevonden.

Cohen heeft het zo druk met het bij elkaar houden van zijn gepeupel, dat hij vergeet op het plaveisel te letten. Waar in Rotterdam elk stoepje een afrit heeft, is dat in Amsterdam soms wel en soms niet aanwezig. Waarschijnlijk is dit overgelaten aan de anarchistische luimen van de stratenmaker zelf, die soms wel en soms geen zin heeft. Het Openbaar Vervoer is een wolvenkuil en taxi’s zijn waarschijnlijk alleen te krijgen na betaling van dik smeergeld.

Het voordeel van Amsterdam is dat ze nog boekhandeltjes hebben die in Rotterdam zijn uitgestorven. Een vriendin van ons presenteerde haar debuutbundel poëzie in Boekhandel Schimmelpenninck, een pijpenla tot aan het plafond volgestapeld met kwaliteitsboeken. De eigenaar huldigde het standpunt dat literatuur heel mooi is, maar je moet er wel wat te drinken en te roken bij hebben. Een sympathiek standpunt, dat wij geheel onderschrijven. De dichteres, Antoinette Sisto, las voor uit haar prachtbundel “Het verre huis” (Uitgeverij Opwenteling), de schrijver-dichter Karel Eijkman droeg haar en eigen gedichten voor en het Rotterdamse bezoek zong improviserend twee gedichten van Sisto. De stemming was zeer geanimeerd en dat was, behalve aan de aanwezigheid van familie, vrienden en poëzieliefhebbers, zeker ook te danken aan de locatie. Ook werden culinaire versnaperingen rondgedeeld, die even verfijnd waren als de voorgedragen poëzie.

Amsterdam is een groot nadeel, maar het heeft wel Schimmelpenninck en Sisto. Die hebben wij in Rotterdam weer niet.