Amusement

Vroeger waren, zoals bekend, de zomers altijd mooi. En de schoolvakantie duurde ongeveer even lang als de zomer, dus eindeloos. We gingen twee weken officieel met vakantie, met het gehele gezin. Altijd naar een badplaats, want voor mijn moeder bestond het hoogste geluk uit bakken in de zon, even zwemmen, dan weer in de zon, zwemmen, zon et cetera. Simpel amusement.

Ik was avontuurlijker. Ik bestudeerde de getijdebeweging. De prettigste situatie was dat je op het strand arriveerde als het eb was. Dan was er tijd genoeg om dijken en zandkastelen te bouwen. Dat kostte een paar uur. Dan kwam de vloed op en langzaam werden de bouwwerken weggespoeld. Van de zee verloor je altijd. Als je klein was. Sommige mensen zijn hier zo door gefrustreerd geraakt dat ze bij Rijkswaterstaat zijn gaan werken. Ik niet. Ik vond het wel mooi dat een bouwwerk door natuurgeweld wordt vernietigd. De volgende dag begon ik gewoon weer opnieuw.

Amusement dient goed gedoseerd te zijn. Maandenlang achter elkaar zandkastelen bouwen gaat vervelen, behalve misschien als je elke dag een totaal ander kasteel bouwt. Deze eigenaardige houding vindt men vaak bij kunstenaars, waar het obsessieve vormen kan aannemen. De meest fanate Jantje Smit-liefhebber die de laatste hit van zijn idool de ganse dag zal mp3-en, heeft na verloop van tijd een nieuwe Smit-kraker nodig. Er schijnen mensen te zijn die bij een baas gaan werken, om daardoor meer van hun vrije tijd te kunnen genieten. Enigszins pervers, maar voor sommigen schijnt het effectief te zijn.

Het strand van Rotterdam ligt in Hoek van Holland. Een dagtrip daarheen was een groot avontuur. De heenreis ging per boot. Uitermate spannend. Toentertijd had de Spido een veerdienst op de Hoek. Moeten ze beslist weer invoeren. Eerst naar het strand voor de gebruikelijke vermaken en dan op bezoek bij oom Leo en tante Mies, een achternicht van mijn vader. Oom Leo was een reusachtige en zeer autoritaire man, die marinier was geweest in de tropen en al op zijn vijfenveertigste was gepensioneerd. Hij vulde zijn pensioen aan met het exploiteren van een kippenfarm. Het eten van kip was toen een luxe. Een enkele keer gaf hij ons een kip mee, maar volgens mijn moeder waren dat kippen die van ouderdom waren gestorven. Ze zal er ongetwijfeld toch een smakelijke soep van hebben bereid. Ik speelde daar met neef Harry, een wat ravotterige jongen die kikkers opblies met een rietje, maar voor de rest wel te pruimen was. Als we weer terug gingen naar Rotterdam was het al donker en vanuit de trein konden we de schoorsteenfakkels van het Botlekgebied zien. Ik vond dat toen een fascinerend schouwspel en nog steeds kan ik die aanblik waarderen.

Amusement hoeft niets te kosten. Het is een groot deel van de huidige jeugd moeilijk uit te leggen dat je zonder iPhone gelukkig kunt zijn en zelfs zonder televisie. Met een stokje, een stukje ijzerdraad en een oude nylonkous kun je een adequaat schepnetje maken. Ga naar een niet te vervuilde singel of sloot en vang wat watervlooien of ander klein spul. Stop het gedierte in een oude jampot en kijk ernaar. Knutselen, jacht en studie. Basisamusement. Gratis.

Er is een foto van mij waarop ik met een oversizede Heer Bommel sta. Dat was natuurlijk een man in een bommelpak. De foto is gemaakt in Rommeldam, een miniatuurstadje in Oisterwijk, dat de geest van Ollie B. en zijn vriend T. Poes probeerde uit te baten. Het heeft bestaan van 1955 tot 1962. Op de foto mis ik de bovenste voortanden, dus ik zal zo’n acht jaar geweest zijn. Wij gingen erheen met de auto van oom Theo, een bevriende handelsreiziger in meubelstoffen, die daartoe ook het gebruik had van een in die tijd relatief zeldzaam vervoermiddel. Ik meen mij te herinneren dat de auto een Opel Record was. In een auto zitten, zelfs een stilstaande (en dan liefst achter het stuur), was voor mij in die tijd een zeldzame vorm van amusement. Rommeldam was overigens nogal klungelig opgebouwd in vergelijking met de naburige Efteling, en het was nog geen halve hectare, maar ik geloof niet dat dat onze pret mocht deuken. In die tijd ben ik ook wel eens naar die Efteling geweest, met school- of misdienaarsreisje, en het mooiste vond ik de karpervijver, een attractie die inmiddels is opgedoekt. Toen al waren attractieparken niet geheel aan mij besteed.

Nee, dan de film! Groter dan het echte leven. De reeds genoemde oom Theo scharrelde bij als filmverhuurder en op verjaardagen van ons vertoonde hij wel eens een van zijn films, van het slapstickgenre. De Dikke en de Dunne, Buster Keaton, Harry Langdon, dat soort jongens. Het mooiste was dat hij na het vertonen van de film, de film nog eens draaide, maar dan achteruit. Mensen die achteruitlopen zijn oerkomisch, zeker als ze dat enigszins versneld doen. Amusement van de bovenste plank! Er was ook nog de Cineac (afkorting van Cinema d’actualité), die als slogan had: ‘Een reis om de wereld in 50 minuten.’ Er werden uitgebreide journaals vertoond, afgewisseld met wat tekenfilms, maar ook bijvoorbeeld ‘Glas’ van Bert Haanstra. In de praktijk kon je zo lang blijven zitten als je wilde en als jongetje hoefde ik maar 50 cent te betalen. Ideaal in die tijd, toen er veel regenachtige woensdagmiddagen waren.

In 1960 opende Cinerama zijn deuren. Daar werden speciale films vertoond die met drie camera’s waren opgenomen en met drie projectoren in verschillende cabines werden geprojecteerd. Het doek was gekromd en had een horizontaal gezichtsveld van maar liefst 146 graden. Per voorstelling had men vier operateurs nodig. Het was een overweldigende ervaring. Je werd volledig het beeld ingezogen. (Slogan: ‘U ziet het niet alleen, U belééft het… want u zit er midden in.’) Maar het systeem had zijn problemen: je zag bijvoorbeeld de scheidingslijnen tussen de drie projectiebeelden, het was uitermate duur en uiteindelijk zijn er maar vijftien films gemaakt.

Een van de meest voldoening scheppende vormen van amusement is de ergernis. Ergernis wordt gewoonlijk beschouwd als een smet op een normaal vredig bestaan. Ik zie dat anders. Een dag niet geërgerd, is een dag niet geleefd. De ergernissen moeten derhalve met zorg worden uitgezocht. Goed ergeren is een kunst. Hoe minder u de ergernissen met anderen deelt, des te beter. Hondenpoep, sportcommentatoren, managers, cupjes koffiemelk, energie- en communicatieleveranciers, collega’s met jonge kinderen: allemaal ergernissen met weinig amusementswaarde. Een van mijn geliefde ergernissen is als ik zie dat een tv-kok met de scherpe kant van zijn mes het gesnedene van de snijplank in de pan veegt. Mijn dag is dan weer goed. Je maakt zo het mes bot. Ik weet dat en hij niet en zo kan ik mij aan hem superieur wanen. Zo’n Jolande Sap, die zich in bochten wringt om onze jongens naar Kunduz te laten gaan, is ergerniswekkend, maar haar gestuntel heeft voor mij een hoge amusementswaarde. Aan Geert Wilders en zijn medeclowns erger ik me zelden, die zijn gewoon komisch. Wel amusement natuurlijk. Ergernissen ventileren in kringen, waar ze uw ergernis totaal niet delen, is ook zeer amusant. Een van mijn favorieten is dat Mondriaan een overschatte theedoekenschilder is. Succes verzekerd in nette culturele kringen.

Erger u nooit aan geliefden. Dat geeft alleen maar ellende en is nooit amusant.

Vanmiddag liep ik in de stad en bij de Hema hoorde ik een luid getsjielp. Ik zag een klein troepje mussen. Ik was de enige die bleef staan.Ik neem aan dat een glimlach aanwezig was, op mijn mond, bij die mussen. Geamuseerd zijn gaat vaak gepaard met glimlachen. De hártelijke lach hoort bij zwaarder amusement, meestal bij bedoelde humor, van komieken bijvoorbeeld. Maar dan ben ik gewapend. Ik lach zelden om moppen. Kijken naar iemand, zijnde geen vriend, die probeert mij aan het lachen te maken, is voor mij zelden amusement. Dat is ongetwijfeld een karakterfout.

Amuseren komt van het Franse muser, dat lanterfanten betekent. Naderhand krijgen we amuser, dat ijdele hoop geven was. Wederkerig s’amuser betekende zijn tijd verspillen. Pas in de zestiende eeuw krijgt het zijn betekenis van zich aangenaam bezig houden. Het is duidelijk dat we hier op aarde zijn om ons te amuseren.

Zich amuseren heeft een actieve en een passieve vorm. De Nederlandse taal is daar wat onduidelijk in. Als ik bedenk hoe ik een abject persoon een loer kan draaien, dan is dat actief amusement. Het bekijken van een voetbalwedstrijd is passief, maar het bespreken ervan met gelijkgestemden is weer actief. De actieve amuseur is enigszins in het voordeel, omdat hij niet afhankelijk is van het aanbod van derden. Maar de passieve amuseur met een gemiddelde smaak heeft ook niets te klagen, want er is overal een ruim, ja zelfs een overstelpend aanbod. En ook als je met een exclusieve smaak actief zoekt op internet, is er veel om je laten amuseren.

Het gaat natuurlijk om de angst voor verveling. Verveling is de opperste staat van nutteloosheid. Existentiële absentie. Dan is elke vorm van afleiding welkom. Desnoods plat amusement of het schrijven van een gedicht.

Het mooiste amusement waren vroeger de wandelingen met mijn vader, meestal op zaterdagmiddag. We gingen meestal naar de stad, dat wil zeggen het centrum van Rotterdam. Het is veelbetekenend dat ‘de stad’ de binnenstad was. Iets met uitstraling. Wij woonden in Crooswijk, dat toentertijd een buitenwijk was. Lommerrijk, maar dorps. Het echte leven was in het gebied dat was gebombardeerd en voortvarend werd opgebouwd. Alles was interessant. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar de nieuwe Bijenkorf (uit 1956) aan de Coolsingel was het eerste gebouw in Rotterdam met roltrappen. We gingen naar Boijmans (nog zonder Van Beuningen), waar mijn vader mij alles vertelde wat hij wist van beeldende kunst. We gingen een kaarsje branden in de kapel van het Zeemanshuis na een bezoek van het Museum voor Land- en Volkenkunde. Slenteren over Lijnbaan, in die tijd een uiterst gedurfd concept. Het was allemaal spannend en tegelijk heel veilig aan de hand van mijn alwetende vader. Aan het eind van zo’n wandeling gebruikten we in een etablissement iets lekkers. Een glaasje bier voor mijn vader en voor mij een chocomel of een Perl, een appellimonade, die Hero helaas uit de handel heeft genomen. Hoogstaand amusement. En in hoge mate leerzaam.

Nu is voor mij het mooiste amusement een gesprek met een aangenaam persoon. Het is goedkoop, actief, het prikkelt de hersenen en het verveelt nooit. Probeert u het ook eens.

Filed under: De Mens, MissiveTagged with: , , , , , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.