Demoniseren

Mensen die last hebben van een meer dan middelmatige geldingsdrang zijn erg gediend met vijanden. Met vrienden ben je iemand, maar je bent meer met vijanden. Vijanden krijg je door beledigingen en bedreigingen. Roep maar eens in Groenland: ‘Alle Eskimo’s aan het gas!’ en u merkt wat ik bedoel. Nog beter is het om genoemde kreet in Denemarken te ventileren, want daar vormen de Groenlanders een minderheid. Het aardige van deze daad zou zijn dat u tegelijk een een hoop vrienden krijgt. Eindelijk eens iemand die hardop zegt wat mensen meestal alleen in de kroeg durven te zeggen. In een klap bent u voor de ene bevolkingsgroep een heilige geworden en voor de andere een booswicht. Dat zou leuk zijn. Maar er kan u ook iets ergs overkomen: niemand daarbuiten neemt uw roepen serieus. Dat is pijnlijk. Maar voor dit probleem is tegenwoordig een oplossing bedacht. U zegt gewoon dat u gedemoniseerd wordt.

Duivels of demons zijn in de wat obscuurdere uithoeken van de rooms-katholieke theologie gevallen engelen. God had in den beginne alle engelen als goede geesten geschapen, gericht op de zaligende aanschouwing van hun Schepper. Zij moesten zich echter in vrije beslissing voor of tegen dit doel uitspreken. Sommigen keerden zich van God af die hen veroordeelde tot eeuwige hellestraf. Zij verloren de genade, maar in essentie blijven zij engelen en staan als zodanig boven de mens. Zij kunnen dan ook macht uitoefenen in de wereld door mensen tot het kwaad aan te sporen.

Demoniseren betekent dus van een engel een duivel maken. Hieruit volgt dat niemand, behalve God zelf, dit in de actieve vorm zal gebruiken. Niemand zal zeggen: ‘Ik ga jou morgen eens flink demoniseren.’ Als iemand zegt dat hij gedemoniseerd wordt, suggereert hij dat hij een engel is die verkeerd wordt begrepen. Het is duidelijk dat zo iemand zich boven de mensheid verheven voelt, maar belangrijker is dat die iemand een aantal heftige vijanden heeft gecreëerd, waarschijnlijk echte duivels. Een briljante zet. Eigenlijk zeg je alleen maar dat iemand jou een slecht mens vindt, maar door de beeldspraak til je jezelf op een hoger plan. De gelovige heeft hier weer een voorsprong op de atheïst. Dat is natuurlijk ondemocratisch. Er moet voor dit doel een speciale dag komen. Een soort nationale demoniseringsdag. Op één dag gaan we elkaar eens geweldig voor rot schelden. Dat zal opluchten. We stellen 6 mei voor. De rest van het jaar gaan we weer beleefd doen.