Een klein kind dat valt, is altijd leuk om te zien. We hebben het niet over een val met letsel, maar over een daagse kinderstruikeling. Nadat het ter aarde is beland, heerst er verwarring. Het kind kijkt om zich heen en als er geen zorgzame volwassene, moeder bijvoorbeeld, aanwezig is, gaat het gewoon door met hollen, het behang van de muren scheuren of het speelgoed van een belendend kind proberen te bemachtigen. Er was dus klaarblijkelijk niets aan de hand. Bespeurt het kind een attente volwassene, liefst geschrokken, dan ontstaat er plotseling een hartverscheurend gejank. Er dient getroost te worden en wel onmiddellijk. Maar als de aanwezige volwassene van een jolig soort is die lachend roept: “Jaaa, lekker vallen!”, dan gaat het kind in de meeste gevallen ook lachen.
Wat kunnen we hiervan leren?
In de drie gevallen is de input hetzelfde: de val. Maar naar gelang de omstandigheden reageert het kind anders. In een korte tijdspanne lijkt er te worden gekozen voor een handeling. Een neutrale, een negatieve of een positieve. De keuze voor de betreffende handeling roept een bijpassende emotie op. De terugkoppeling met de omgeving is daarbij van groot belang. Bezorgdheid roept huilen op, lachen doet lachen en geen reactie levert geen reactie op. Emoties zijn contextgevoelig. En ons lichaam is daarbij indicator. Het lichaam maakt iets mee en dat wordt door de drager ervan geïnterpreteerd. Er moet gekozen worden voor een reactie. Die noemen wij emotie.
Een orgasme bijvoorbeeld is geen emotie, maar een ervaring van het lichaam. Deze ervaring moet worden geïnterpreteerd. Is die een resultante van wat voor vrijwillige erotiek dan ook, dan zal tot een positieve emotie besloten worden. Maar als een orgasme zonder zo’n context plaatsvindt, zal dat leiden tot een schrikreactie. Als u bij de Turkse groenteboer een half pond olijven besteld en u krijgt daarbij een orgasme, dan zult u dat niet leuk vinden behalve als u heel erg verliefd bent op de groenteboer of een olijvenfetisjist bent. Zo niet, en gebeurt het vaker, dan is een bezoek aan een arts het overwegen waard.
Er zijn proeven gedaan met twee groepen studenten. Beide kregen amfetamine toegediend, maar tegen een groep werd gezegd dat ze een placebo kregen. Deze groep ervoer het effect van de dope duidelijk als minder plezierig dan de andere. Emoties moeten dus een beetje kloppen met de situatie en met een verwachtingspatroon, anders voelen we ons niet lekker.
Bij het kind uit ons eerste voorbeeld zouden we kunnen zeggen dat die emoties functioneel zijn: alle reacties zijn op zich adequaat. Doorgaan met hollen, getroost worden en lachen is allemaal plezierig. Maar het is duidelijk dat het kind gemakkelijk een fout kan maken, bijvoorbeeld huilen bij een lachende volwassene die geïrriteerd zou kunnen raken. We zouden onze emoties eigenlijk zorgvuldig moeten uitkiezen, maar meestal is daar geen tijd voor. Vandaar dat er een kans bestaat dat de emotie disfunctioneel is voor de persoon zelf. Of functioneel voor de persoon, maar niet begrepen door de buitenwereld. Lachen op een begrafenis wordt zelden getolereerd, hoewel het zeer louterend kan werken. Niet het lachen op zich, maar de emotie ‘vreugde’ die het kan oproepen. Want de bijpassende emotie moet wel worden toegelaten. Ik kende een actrice die op commando kon huilen. Ze dacht daarvoor helemaal niet aan droeve gebeurtenissen uit haar verleden, hoewel ze die voldoende had meegemaakt, maar ze zei dat ze haar lichaam op tranen instelde. Het mooie was dat ze van haar tranen niet droevig werd. Het is dus mogelijk om bij een emotioneel proces in te grijpen. Dit is geen populair standpunt. In brede kringen gelooft men in de echtheid van emoties, als iets waar we naar moeten luisteren of die we zelfs moeten gaan ontwikkelen. Er schijnen huilcursussen voor mannen te bestaan die tot doel hebben de deelnemers bij hun diepere innerlijke leven te laten komen. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat in onze cultuur negatieve emoties hoger worden aangeslagen dan positieve.
Er is natuurlijk niets tegen iemand die na ‘een lekker potje huilen’ zich weer senang voelt. Iedereen moet dat voor zichzelf weten. Het gaat altijd om de interpretatie. Maar het gaat erom om de baas te blijven over al die emoties. Als u uw teen stoot, kunt u verdrietig worden, boos of gewoon door gaan. Zaak is om te kijken of uw reactie adequaat is voor uzelf. Ik kende iemand die eens met zijn fiets gevallen was. Hij had alleen schaafwonden. Hij werd daar echter zo boos om dat hij keihard tegen een lantaarnpaal trapte, waardoor hij weken niet kon lopen, terwijl de schaafwonden allang genezen waren. Ik bedoel maar.Als u tevreden bent met uw emotionele huishouding, dan had u dit artikel niet hoeven te lezen. In het andere geval raad ik u aan om uw emotionele processen eens tegen het licht te houden. Er valt waarschijnlijk heel wat te sturen, maar helaas: u moet uw eigen methodes vinden. In ieder geval geldt: lachen is gezond.
No comment yet, add your voice below!