Stel u voor: u bezoekt de verjaardag van een vage kennis. U geeft hem een waardebon voor een reis van drie weken naar Barbados, maar er moet eerst nog even een karweitje opgeknapt worden. De jarige bedankt u hartelijk, maar zegt dat hij van het aanbod geen gebruik zal maken, omdat hij voldoende heeft aan een weekje Texel. De kans is groot dat u zich heftig gepikeerd voelt. Wat een ondankbaarheid!
Stel u voor: u bent jarig en een vage kennis komt aan met een reis voor drie weken naar Barbados. Een kleine wederdienst is voldoende. Natuurlijk wijst u het aanbod af. U kent de persoon amper en waarschijnlijk zit er een addertje onder het gras. Bovendien had u zich verheugd op een weekje Texel. U bent gepikeerd. Wat een impertinentie!
Dit is in feite de situatie tussen een god en een atheïst. De god zegt dat hij iets moois in de aanbieding heeft waardoor de ander erg gelukkig zal worden en de atheïst wil graag voor zijn eigen geluk zorgen, omdat hij toch het beste zal weten wat goed voor hem is. Afgewezen goden zijn de kinderachtigste wezens in het universum. Als het aan hen ligt, zal de afwijzer gestraft worden met alle plagen die ze kunnen verzinnen. Omdat het aardrijk niet het godenrijk is, hebben ze hier niks te vertellen, dus zoeken ze trawanten om de bedreigingen uit te voeren. Deze mensen noemt men gelovigen. Gelukkig zijn een aantal van hen onder invloed van de Verlichting en het Rationalisme een beetje verstandig geworden, maar er blijven voldoende zeloten over. Dezen gedragen zich alsof ze met een soort geestelijk piramidespel meedoen: als ze geen nieuwe medespelers vinden, krijgen ze ook geen verdiensten. Terwijl als de gelovigen werkelijk iets leuks te pakken hadden, ze toch heel wat vriendelijker zouden moeten zijn met de minderbedeelden. En je zou je tijd toch beter kunnen besteden dan met het je bemoeien met het geestesleven van andersdenkenden.
Ik stel voor dat de twee belangrijkste goden van het moment, die van de christenen en van de moslims, beide van Semitische oorsprong en duidelijk familie van elkaar, gaan fuseren. Een handig bedrijf concurreert niet, maar koopt de concurrentie op. Dat vraagt een hoop reorganisatie, maar er is tijd zat. En de bedrijven kunnen dan in die tijd veel gaan leren van elkaars bedrijfscultuur. En bijvoorbeeld gaan uitvinden welke god nou de barmhartigste is. Ondertussen ga ik een weekje naar Texel.
No comment yet, add your voice below!