Mijn vader was een grappenmaker. Tegenwoordig zijn vaders opvoeders, begeleiders en stimulators van hun kinderen. Vroeger was dat anders. Toen deden moeders de opvoeding in hun eentje. Wanneer vaders thuiskwamen van hun werk, wensten ze niet gestoord te worden door een over de kinderen klagende moeder. In plaats van te zeggen dat hun vrouw niet zo moest zeuren over die minimale vergrijpjes van het kroost, werden ze dan maar boos op de kinderen. Moeder tevreden en de kinderen begonnen hun vader te zien als een boebaas. Een vader had twee manieren om dit imago te nuanceren: lief en/of leuk zijn. Helaas waren er maar weinig opleidingen in deze sector. Lief zijn leer je meestal van je eigen ouders en leuk zijn is een talent dat hoogstens met een kleinkunstacademie ontwikkeld kan worden.
Mijn vader was een grappenmaker van nature. Mijn vader scheurde bijvoorbeeld meters van de geperforeerde rand van het kettingpapier af dat ze op zijn werk gebruikten, rolde dat op en gooide dat bij zijn binnenkomst bij het gezin als een serpentine naar binnen. Dat werd natuurlijk dolle pret. Dit soort handelingen dient niet onderschat te worden. Diverse boodschappen worden hier gegeven. Primo natuurlijk dat vader leuke kinderen meent te hebben, secundo implicerend dat zijn vrouw ook leuke kinderen heeft en tertio dat vader met zichzelf ingenomen is. Het gezin als winning team.
Ik herinner mij de eerste jaren van ons gezin als gelukkig. Ongetwijfeld was er een hoop narigheid, maar de momenten van geluk waren legio. Wij waren met zijn vieren de sterkste hoeksteen van Nederland. Wij waren in het bezit van de liefste moeder, er was een uitermate fantasierijk en geestig zoontje, er was een hoogbegaafd zoontje en mijn vader was de grappigste man van Nederland.
Toch is het moeilijk om uit te leggen wat nou precies het leuke aan mijn vader was. In ieder geval had hij een hoop leuke handelingen. Ik moest altijd lachen als mijn vader mij op mijn buik drukte en een piepend geluid maakte. Hij had een uitgebreid repertoire aan gekke gezichten en gekke stemmetjes. Ik kan mij nog herinneren dat ik eens zo om mijn vader moest lachen, dat ik geen adem meer kon krijgen en bijna was gesneefd. Ik lachte me haast letterlijk dood en u dacht toch niet dat ik mijn vader dat kwalijk nam.
Mijn vader kon van een zakdoek een muis vouwen. Hij legde die op zijn hand, met de andere hand aaide hij hem en verdomd, de muis sprong weg. Ik bedoel maar. Of hij deed alsof hij de tafel doorknipte met zijn vingers en je hoorde echt het knippend geluid. Deze truc werkt alleen met een houten tafelblad. En natuurlijk het losse duimpje: twee vingers op het gebogen bovenste kootje van de duim en die dan gelegd tegen het middelste kootje van de andere duim. Succes verzekerd! Hij kende ook trucjes met munten en lucifers. Maar zijn grootste truc was dat hij mijn moeder tijdelijk wegtoverde.
Hij zal zich daar niet bewust van zijn geweest. In die vroegere situatie was mijn moeder altijd aanwezig en daarom kon ze zonder zich uit te sloven een band met mij opbouwen. Maar mijn vader had daar minder tijd voor en dus moest hij kunnen vlammen, zoals ze bij sommige sporten zeggen.
Een van de mooiste herinneringen aan mijn vader is hoe hij mij naar bed bracht. Een beetje vader neemt de dankbare taak op zich zijn kinderen naar dromenland te leiden. Omdat ik al heel vroeg kon lezen, was voorlezen geen goede optie. Maar gelukkig had mijn vader een groot verteltalent. Hij had een jongetje bedacht, Rudi Reislust geheten, die inderdaad de ganse wereld afreisde. Deze held maakte ongelofelijke avonturen mee, die ik me helaas niet meer kan herinneren. Achteraf bleek dat mijn vader zich nogal had laten inspireren door de avonturen van Pa Pinkelman, een creatie van Godfried Bomans. Maar tenslotte is het kenmerk van een groot kunstenaar dat hij beter kan jatten dan anderen. Weliswaar moest ik hem soms vertellen dat we gisteren in Amerika waren, als Rudi ineens in China was, maar tenslotte zijn kleine slordigheden ook een kenmerk van een groot kunstenaar.
Mijn vader had een grote behoefte om te amuseren, een eigenschap die hij aan zijn kinderen heeft doorgegeven. Maar amuseurs zijn vaak eenzame mensen die hun gebrek om zich aan mensen te binden, compenseren met hun grappen. De amuseur kan mensen laten lachen, maar als de grappen op zijn, valt er weinig meer te lachen. De voormalige lacher is tot zwijgen gedoemd. Het contact is verbroken. Op gegeven moment was mijn vader niet meer leuk, tenminste niet voor mij. Een tijdlang was zijn stijl van vaderschap adequaat, maar na mijn twaalfde werkte het niet meer. Ik was aanbeland in een periode waarin ik zelf wilde amuseren en bezig was met filosofische vraagstukken. Hij zal het misschien potsierlijk hebben gevonden, maar mijn moeder, een uitermate serieus mens, zag nu haar kans. Haar talent voor Het Goede Gesprek kwam bij haar tot wasdom, tezamen met het mijne.
Het rare is dat ik mij geen enkel gesprek (ik heb het niet over discussies) in mijn jeugd met mijn vader kan herinneren en vele van die met mijn moeder. Maar ik kan me ook niet herinneren dat ik om mijn moeder moest lachen.
De eerste twaalf jaar van mijn leven heeft mijn vader mij laten lachen. Het is jammer dat ik hem later zelden aan het lachen heb kunnen brengen. Deze magie was mij niet gegeven.
No comment yet, add your voice below!