Notities over emoties

Ik denk dat het begonnen is in de jaren zeventig. Voor het eerst werd er op de televisie aan iemand gevraagd: ‘Wat ging er door je heen?’ Ik geloof dat het ging om een voetballer die een beslissend doelpunt had gemaakt. Hij antwoordde zoiets als dat hij de bal zag en het doel en toen dacht: ik schiet hem erin. Toen was dat een originele manier om iemand te interviewen, vragen naar iemands emoties. Helaas is het nu cliché geworden. Als ik DWDD+emoties intik krijg ik 187 duizend resultaten. Zelfs als het gaat om wetenschap, zal Matthijs nog vragen: ‘Wat voelde je?’ En iedereen probeert daar gehoorzaam antwoord op te geven, zelfs Robbert Dijkgraaf. Alleen bij Maarten van Rossem lukt het niet.


Nu is het aardige dat wij niet in staat zijn om onze emoties adequaat te beschrijven. Zogauw je tijdens een emotie die probeert te verbaliseren, wordt die emotie daardoor beïnvloed. Taal stuurt emoties aan. Sommige mensen kunnen als ze moeten vertellen wat ze tientallen jaren geleden hebben meegemaakt, weer vol schieten. En elke keer dat er weer erover verteld wordt, wordt de emotie verbaal gestileerd.

Taal kan niet goed bij emoties komen. Wij kennen het woord ‘verdriet’, maar dat bestrijkt een groot conglomeraat dat kan lopen van het gevoel bij het verliezen van een potje zwartepieten tot het verliezen van een kind. Ikzelf ben niet zo goed in verdriet, maar als er een geliefd huisdier doodgaat, heb ik iets dat daar wel veel op lijkt. Als ik het zou moeten beschrijven, kan ik woorden gebruiken als wanhoop, boosheid, medelijden en liefde, maar dan vervang ik het ene begrip door andere die even onduidelijk zijn. Ik zou ook kunnen vertellen dat ik huilde zonder geluid, daarna hard schreeuwde, Pèlerinage van Eric Vloeimans vier keer achter elkaar afspeelde en een halve fles whisky opdronk. Later schreef ik emotieloos een gedicht over het dier, hetgeen wat anders is dan een emotieloos gedicht schrijven. En als ik het voorlas, kreeg ik weer vochtige ogen. En terwijl ik deze zinnen opschrijf, voel ik een lichte weemoed. Misschien begrijpt u het, misschien niet. Dat hangt af van in hoeverre u mij persoonlijk kent, al of niet een huisdier heeft en al of niet van Vloeimans houdt.

Het is een vigerend idee dat kunstenaars zich met emoties bezighouden. Of op zijn minst die vertolken. Dat is een idee dat door romantische kunstenaars de wereld in is geholpen. Kloos had het over de ‘aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie’. Daar zit iets in. Maar hij was dichter en geen componist of pottenbakker. Dichten gaat over emoties, vermoedt de niet-dichter. Ja, maar de dichter beschrijft geen emoties, hij creëert ze. Een beetje kunstenaar zal nooit aan een andere vragen welke emoties hem beroerden bij het scheppen van een van zijn werken. De toenmalige romantische kunstenaar was voornamelijk bezig met het maken van de dingen die hij zonodig moest doen, maar tegen de buitenwereld deed hij alsof hij vreselijk leed aan het een of ander. Dat was toen stoer. Een dichter hoorde aan tuberculose te overlijden of in een oorlog in een ver wingewest te sneven. Shelley en Keats werden niet oud en ze schreven alleen over hun eigen gevoelens. Maar wel met passie, om een gelukkig in populariteit slinkende term te gebruiken. Maar ze schreven mooie gedichten, omdat het goede dichters waren en niet omdat ze emotionele romantici waren.

Een tv-interviewer die vraagt naar de emoties van de ondervraagde heeft zich niet verdiept in zijn object. Vuistregel. Voornoemde Van Nieuwkerk is een slimme man, maar hij leunt op zijn redactie. En hij weet niets van het onderwerp.

Waarom zijn die emoties zo belangrijk? Een mogelijkheid is dat wij graag ‘echte’ mensen willen zien. Mensen die lijken op de vrienden die we hebben of die we graag willen hebben. Onze vrienden zijn belangrijk omdat we emoties delen. Iets gemeenschappelijks. Vrienden roddelen over andere vrienden. En als wij op de tv een ‘echt’ mens zien, voelen wij ons verwant. Want wij zijn zelf een echt mens.

Persoonlijk zegt het mij niets dat Marco B. of Jantje S. het zo moeilijk hebben gehad met hun nieuwe cd of concert, maar dat schijnt wel dus belangrijk te zijn voor mensen die authentieke fans zijn. Fans willen alles weten, zelfs de lievelingskleur van hun idool. De mensen die ik interessant vind, komen zelden bij DWDD. Maar dat is natuurlijk mijn eigen schuld.
Ik vind het evolutieidee van Darwin wel mooi. Nu is dat geen entititeit, het bestaat niet. Het is een beschrijving van een mechanisme. De evolutie streeft niet en heeft geen doel. Als een eigenschap nadelig is, wordt het weggeselecteerd en als het nuttig is of neutraal blijft het bestaan. Dat zal met die emoties ook wel het geval zijn. Angst is nuttig. Als de muis niet bang voor de kat zou zijn, wordt hij opgegeten en plant hij zich niet meer voort. Bange muizen overleven beter. Liefde is duidelijk nuttig voor de voortplanting en woede is handig als een onverlaat jou en je groep aanvalt. Wij laten een aantal emoties op ons gezicht blijken. Darwin dacht al dat die emotionele gelaatsuitdrukkingen universeel zijn en het schijnt dat onderzoek dat bevestigd heeft. Op ons gezicht kunnen wij vreugde, verdriet, woede, angst, verbazing en afschuw tonen. Doof en blind geboren kinderen hebben die mimiek ook, dus ze zijn niet aangeleerd. Laten we er maar van uitgaan dat het tonen van die basisemoties goed is voor de communicatie tussen individuen. Wij zien een bang persoon en afhankelijk van ons standpunt, slaan we hem in elkaar of we beschermen de persoon. Niet reageren is natuurlijk ook een optie. Als ik een film zie, is het handig voor het begrip ervan dat de acteurs de gevraagde emoties goed kunnen nadoen. Als Bruce Willis bebloed , strompelend en moeizaam pratend, toch glimlacht tegen de booswicht die hem wil neerschieten, hebben wij goede hoop dat het personage van Willis op het eind van de film toch in leven is.

Op zo’n moment is Willis mijn held. Ik leef met hem mee, want ik ben in de loop van de film aan hem voorgesteld. Ik heb een wat platte smaak. Maar als ik iemand geïnterviewd zie worden op de tv, ben ik niet geïnteresseerd in zijn of haar emoties. Ik ken die persoon niet persoonlijk. Voor mij blijven het losse in de lucht hangende emoties. Ik doe er niets mee. Het kan me niet schelen. Rot op met je emoties. En die interviewers die emoties willen oproepen bij de geïnterviewde mogen ook opdonderen. Ik vrees dat ik even emotioneel word.

Ik hoorde laatst een mooie term: humeurmanagement. Beetje trendy term, maar toch bruikbaar. Wij zijn onderhevig aan allerlei emoties, maar het is mogelijk om die zodanig vorm te geven, dat ze ons niet de baas worden. Filosofie of wat daar op lijkt is hiervoor een instrument.

Neem schuld. Dat is een vervelende emotie waar je niks aan hebt. En het komt voornamelijk voor bij mensen die geen schuld hebben. Er zijn mensen die denken dat ze alles fout doen. Dat is natuurlijk niet zo, maar blijkbaar is er in de opvoeding iets mis gegaan. Schuld zit niet in je genen. Ik ben ervan overtuigd dat schuldgevoel aangeleerd is. Aan de ‘fouten’ die we maken kunnen we meestal niks aan doen. We laten niet expres een kopje uit onze handen vallen. Hier ligt dus een taak voor het verstand. Dat verstand zou ons kunnen vertellen dat de meeste schuldgevoelens onzin zijn, dat waar gehakt wordt spaanders voorkomen, dat we geen omelet kunnen maken zonder de eieren te breken, dat je je ouders niet hebt uitgezocht, waar twee trouwen er twee schuld hebben en don’t shoot the piano player; she’s doing the best she can.

Probeer het maar. Probeer ook eens jaloezie de deur uit te donderen. Heb je ook niks aan. En als het allemaal niet lukt, probeer dan op de televisie te komen. Daar zijn ze er dol op, op dat soort ellende.

Filed under: De Mens, MissiveTagged with: , , , , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.