Rechtvaardigheid

Iemand heeft eens beweerd dat gezond verstand het meest voorkomende artikel ter wereld is, want iedereen meent er voldoende van te hebben. Er zullen ook niet veel mensen zijn die zeggen dat ze geen gevoel voor humor hebben. En zouden er mensen zijn die zeggen dat ze niet aan rechtvaardigheid doen? Wellicht een doorgewinterde sociopaat met zelfinzicht.

In het daagse leven zullen wij graag aan rechtvaardigheid doen. Ik hoor regelmatig mensen met enige trots zeggen dat ze niet van onrecht houden. “Als ik ergens niet tegen kan, dan is het wel onrecht!” Daarbij hoort dan een zekere verbeten trek om de mond die suggereert dat dat bij anderen wel eens heel anders kan liggen.

Rechtvaardigheid is bij kinderen al snel ontwikkeld. Probeer maar eens bij een paar kinderen snoepjes ongelijk te verdelen. De protesten zullen smartelijk zijn. Nu heb je twee soorten kinderen: zij die alleen protesteren als ze zelf te weinig krijgen en zij die protesteren als anderen te weinig krijgen. Daar zit een kloof tussen. Als de situatie verandert, bijvoorbeeld als de beloning afhankelijk is van een prestatie, wordt er minder gemord. Het gros van de kinderen vindt het normaal dat de besten het meeste krijgen. Wie als eerste bij de streep is, krijgt ook de eerste prijs. Een interessante kwestie. De genetica strooit nogal willekeurig met talenten. (Voor de mensen die in een Schepper geloven: Hij verdeelt zijn gaven nogal arbitrair.) Is het rechtvaardig dat sommigen sterker, sneller of slimmer zijn dan anderen?

Binnen groepen van mensen die elkaar kennen en die iets gemeenschappelijks hebben, zoals een familieband, een zelfde beroepsgroep of een zelfde belangstelling, wordt die onrechtvaardigheid opgelost doordat de sterken de zwakken verdedigen en de slimmen de dommen onderwijzen. Mijn kleine broertje werd vroeger op school vaak gepest, want klein en snel tot huilen bereid. Ikzelf was ook zelden lief voor hem, maar als een andere jongen hem belaagde, probeerde ik de onverlaat in elkaar te slaan, ook al was hij een kop groter dan ik. Dat was niet nobel, maar een uiting van een snel ontvlambaar karakter, geholpen door een familieband. En op een bepaalde manier bekeken: er werd recht gedaan. En bovendien geeft het een goed gevoel als je iemand beschermt. Het is een vorm van mutualisme, beide participanten hebben voordeel van elkaar, ondanks de ongelijkheid in bekwaamheden.

Dit systeem werkt in een niet al te grote groep waar er een gemeenschappelijk belang is, zoals voedselvoorziening of verdediging tegen de boze buitenwereld. Er moet een wij-gevoel zijn. En dan zijn de meeste leden van zo’n groep bereid om het gehalte van het geluk en ellende voor de leden van die groep te nivelleren. Er zijn mensen die vinden dat dat systeem ook zou moeten gelden voor een land of een staat. Ik voel me daar verwant mee. Natuurlijk zijn we allen ongelijk door genetica of god, maar de uitwassen van die ongelijkheid moeten bestreden worden. Iemand die zo slim is om een product uit te vinden dat nutteloos is (vult u hier zelf maar wat in), moet wat van zijn rijkdom geven aan iemand die zo stom is dat hij dat product wil kopen. Winstbelasting dus. Een huiseigenaar die huizen verhuurt waar hij zelf niet in zou willen wonen, moet zijn huren verlagen. Er is een aardig gedachte-experiment: vraag aan de directeur van de PTT (dat heet niet meer zo, maar u begrijpt vast wat ik bedoel) voor welk minimumsalaris hij zijn baan wil behouden en voor hoeveel geld hij postbesteller (dat heet vast niet meer zo, maar u begrijpt vast wat ik bedoel) zou willen zijn. We spuiten hem een waarheidsserum in voor alle zekerheid. Dat wordt leuk nivelleren. Het kan natuurlijk niet omdat er veel meer bestellers zijn directeuren en geld volgens sommigen eindig schijnt te zijn, maar toch een aardig idee.

Het is goed om een aantal mensen in te huren om een land te besturen. Een handig idee. Ik ben niet tegen bestuur. Het voorkomt burgeroorlog en ik sluit niet uit dat sommigen beter kunnen besturen dan anderen. Hun taak is het ‘rechtvaardig’ verdelen van geluk en ellende. Maar er is een probleem. Besturen van een land lijkt op het besturen van een tak van industrie. Of een zorgverzekeringsmaatschappij. (Het woord ‘maatschappij’ heeft meer betekenissen.) De methodes van besturen lijken op elkaar. Sommigen geven orders, anderen voeren ze uit. Vroeger kwamen beide typen bestuurders uit dezelfde kaste. De adel, de oorspronkelijke bestuurders, en de ‘captains of industry’, de nieuwe bestuurders, zijn naar elkaar toegegroeid. Ook een vorm van nivellering, maar op een ander niveau. Toen kwamen daar nog de directeuren bij van de geprivatiseerde nutsbedrijven. Oorspronkelijk was een nutsbedrijf een instantie die iets levert waar concurrentie onhandig is, zoals woningbouw; elektriciteits-, gas- en watervoorziening; openbaar vervoer en communicatie. Daar wordt dus tegenwoordig anders over gedacht. Overal moet er concurrentie zijn. Dat schijnt ergens goed voor te zijn. Het is mogelijk dat de ene woningbouwvereniging een betere woning levert dan de andere, maar voor zover ik weet heeft de (het?) Eneco geen betere elektriciteit dan het (de?) Nuon. Het schijnt voor de gebruiker het beste te zijn om elk jaar van energieleverancier te wisselen, want vanwege de lokkertjes oftewel aanbiedingen kom je dan goedkoper uit.

De directeuren van de voormalige nutsbedrijven horen nu voortaan ook bij de bestuurdersclub, gezien hun salariëring. De bestuurskaste is weer groter geworden. En het nadeel is dat regering en de besturen van de ‘Maatschappijen tot Algemeen Nut’ de normen hebben overgenomen van de fabrieksdirecteuren die de arbeiders maar een lastig volkje vonden met stupide eisen over loon en werkomstandigheden. De overheid behandelt de onder hen gestelden tegenwoordig op dezelfde manier: elke burger is een potentiële fraudeur of lijntrekker.

Concurrentie en rechtvaardigheid sluiten elkaar uit. Een politieke partij wil alleen rechtvaardig zijn voor de mensen die op hen stemmen, ook al beweren ze het tegendeel. De VVD bijvoorbeeld zegt op hun site dat gelijke ontwikkelings- en ontplooiingskansen een liberaal verlangen zijn. Dat zeggen ze mooi, maar tussen droom en daad staan hun wetten in de weg en hun practische bezwaren.

Ik word een beetje boos, merk ik. Ik begon met uitleggen wat rechtvaardigheid zou kunnen inhouden en u krijgt een links hetzerig stukje. Een beetje onrechtvaardig.

Volgende keer over onze mooie Oostvaardersplassen.

Filed under: De MensTagged with: , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.