Het gevecht is al een tien minuten aan de gang. Telkens weer weet de onuitputtelijk mannelijke en overstelpend nobele held, laten we hem Willis noemen, zijn goddeloos doortrapte en mensonterend boosaardige tegenstander, laten we hem Oldman noemen, kunnen ontwijken. Aan de kogelregen uit de Kalashnikov kan hij ternauwernood ontsnappen door achter een machine te springen, de handgranaat kan hij nog net een andere kant uitgooien en de bijl mist hem op een centimeter. Let u vooral op de machine, want de shoot-out is altijd in een verlaten fabriek. Waarschijnlijk staat dat in het handboek scenarioschrijven. Als je het niet meer weet, gooi er dan een verlaten fabriek tegenaan. En als er iets moet ontploffen, is een verlaten fabriek waarschijnlijk het goedkoopste. Maar dit terzijde. Oldman heeft het laatst overgebleven vuurwapen te pakken gekregen en richt het op Willis. Beiden hebben al tien minuten gevochten, ze bloeden uit allerlei wonden en ze zijn nog redelijk fit. “Ik stuur je naar de hel”, bijt Oldman Willis toe. “Dan wacht ik daar op je,” riposteert Willis, altijd bereid tot een bon-mot. De haan wordt gespannen en er klinkt een schot. Let u vooral op de haan. Een revolver is altijd spannender dan een pistool. Maar dit terzijde. We verwachten dat Willis nu dood is, maar wie schetst onze verbazing als wij Oldman het loodje zien leggen.
Ik was u vergeten te vertellen dat tien minuten geleden de godsnakend mooie en onwaarschijnlijk dappere heldin, laten we haar Turner noemen, door de schurk zodanig met een loden pijp bewerkt is, dat we niet gedacht hadden haar sowieso weer zien te verrijzen en zeker zo snel niet. Maar ze doet het toch. En ze schiet Oldman trefzeker naar de eeuwige jachtvelden. Ze heeft een wond op haar voorhoofd die haar eigenlijk wel staat. De hogere school van de opmaak: aantrekkelijke wonden maken. Maar dit terzijde. Er was bovendien een tikkende bom, dat was ik ook vergeten te vertellen. Die kan elk moment afgaan. “Dat wordt rennen, zus”, zegt Willis met een olijke oogopslag.
Tot dusver heb ik het allemaal geloofd. Dat een gevecht met wapens normaliter binnen een minuut is afgelopen, alla. Dat Turner gewoonlijk nog minimaal een half uur extra nodig zou hebben om bij te komen, soit. Maar als ze dan hand in hand samen wegrennen, dan doe ik niet meer mee. Meneer de regisseur, dat loopt toch alleen maar langzamer? Nog tijdens de ontploffing verlaat ik mokkend de zaal. Maar dit terzijde.
No comment yet, add your voice below!