Tranen van geluk

Nelleke Noordervliet vertelde een tijdje geleden bij Zomergasten dat ze iets ontroerends wilde laten horen. Volgens haar prachtig gezongen door Jessye Norman. Bij de eerste akkoorden wist ik het al: ‘When I am laid in Earth’, voor mij de mooiste aria aller tijden. Henry Purcell componeerde eind zeventiende eeuw de kameropera ‘Dido and Aeneas’ voor een kostschool voor nette meisjes. Op Aeneas na werden alle rollen door de leerlingen gezongen. Een gelegenheidswerk dus, hetgeen de componist er niet van niet weerhield om er iets prachtigs van te maken.


Voordat Dido doodgaat, zingt ze haar befaamde aria en wij krijgen tranen in onze ogen. De eerste keer dat ik de aria hoorde, was ik verkocht. Ik kan mij herinneren dat ik hem eens beluisterd heb, samen met een Engelse vriend, hand in hand op bed liggend. De tranen rolden ons over de wangen. We hebben hem wel vier keer gedraaid en elke keer werkte het weer. Oké, we waren stoned en dronken, maar toch. Ik heb het nooit bij Marco Borsato of Gordon Heuckeroth. Maar als Heuckeroth onze aria zou zingen en ik zou hem niet hoeven te zien en ook niet weten dat hij het was: het zou best kunnen dat het werkt. Overigens is de versie van Norman teveel krachtpatserij en dan werkt het minder bij mij.
Het vreemde is dat het heel sombere muziek is en de tekst liegt er ook niet om, maar dat mijn tranen gelukstranen zijn. Er zijn mensen die gaan huilen als ze de loterij gewonnen hebben, maar dat zal ik alletwee niet doen. En in huilen van verdriet ben ik geen ster. Mijn gelukstranen werken alleen bij iets droevigs.
Ik kan ook huilen bij een concert van Artvark. Dat is het beste saxofoonkwartet ter wereld. Dat vind ik tot het tegendeel is aangetoond. Prachtige, warmbloedige muziek die met onmiskenbaar plezier gespeeld wordt. En er is altijd een nummer bij waarop een van die jongens een solo speelt, waarbij bij mij de ogen zich met water vullen. De blazer speelt een aantal noten achter elkaar en voor mij wordt dat een verhaal. Hij wordt liefdevol begeleid door de andere drie. De muziek is volstrekt abstract, ik krijg er geen beelden bij. Maar er zit een onweerstaanbare logica in die noten. Er zouden geen andere noten gespeeld kunnen worden. Dat is natuurlijk onzin, maar zo lijkt het op dat moment. En ik ben dan stikgelukkig. En ik jank. Zonder geluid overigens, er wordt niet gesnikt.
Op het moment van die door Artvark getriggerde natte ogen vertrekt mijn mond zich in een gelukzalige grijns. Bij elkaar een paradoxaal hoofd. Het lijkt op de bekende gemengde gevoelens, maar het is het tegendeel. Misschien is het complex, maar zo voelt het niet. Het is meer eenheid, excusez le mot. Als ik ‘tranen van geluk’ intik op de zoekmachine, krijg ik liedteksten van Paul de Leeuw en Benny Neijman en het is al snel duidelijk dat ik bij die jongens niet moet wezen. Daar word ik niet echt gelukkig van. De wetenschap laat mij op het internet in de steek.
Ik begrijp het verschijnsel van gelukstranen niet. Maar we zouden kunnen stellen dat bijvoorbeeld babygehuil en tranen van verdriet uitingen zijn van hulpeloosheid of onmacht. Misschien word ik door die saxofoon zo geroerd dat mijn lichaam een uiting zoekt die het meest adequaat is. Op dat moment ben ik weerloos, maar ook krachtig. Het blijft een paradox.
Dus als u eens een keer naar een concert van Artvark gaat en dat beveel ik u van harte aan, dan moet u maar voor lief nemen dat bij een nummer er een volwassen vent op de eerste rij zit te janken. Hij kan er niets aan doen. Hij is hulpeloos gelukkig.

Filed under: De Mens, MissiveTagged with: , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.