Op het gymnasium kende ik een verlegen jongen, Jos Kuyper geheten, die vogelaar was. In mijn pre-hormonale fase vogelde ik ook, maar Jos was vele graden fanatieker. Hij was lid van een katholieke bond voor natuurstudie en vrijwel elk weekeinde was er wel een excursie. Dan kwam hij maandag op school en zei tegen mij met glanzende ogen dat hij een scharrelaar had gezien.
Of een bijeneter. Of een porseleinhoen. Ik feliciteerde hem dan en was een beetje jaloers. Toentertijd was vogelen – daar bedoelen we dus mee het kijken naar vogels via een verrekijker – voorbehouden aan een kleine groep van mannelijke zonderlingen. Zo’n type dat een bruine boterham met kaas en een glas Rivella erbij als culinair hoogstandje beschouwt. Gekleed in de schutkleuren bruin en groen. Een fiets als vervoermiddel. Eenzaam, maar niet ongelukkig. Ze willen graag een vriendin, maar ze krijgen geen vrouw zo gek om te willen concurreren met zijn gevederde vrienden. Maar voor de rest geen kwaaie jongens.
Dat ligt nu anders. De moderne vogelaar is meestal nog steeds man, maar is nu uitgerust met GPS, Blackberry, jack van geavanceerde waterdichte, maar ademende stof en natuurlijk een veertig maal vergrotende telescoop met een aanschafprijs waar een gemiddeld Afrikaans dorp drie maanden van kan leven. Hij vervoert zich met een sportieve middenklasser. Waar de vogelaar zich vroeger een beetje schaamde voor zijn excentrieke hobby, beschouwt zijn moderne collega iedereen die nog nooit een kwak, kleinst waterhoen of scharrelaar gespot heeft als een loser. Er schijnen groepen Britten te zijn die één dag naar Nederland komen en dan minimaal 250 soorten moeten spotten, anders is de dag mislukt.
Deze ontwikkeling is voornamelijk de schuld van de domineeszoon Nico de Haan. Hij heeft een baard, maar geen snor en met dat soort moet je altijd een beetje oppassen. (Zie ook Chriet Titulaer.) Deze beroepsvogelaar is al zo’n vijfentwintig jaar bezig het vogelen per televisie te propageren. Een van zijn programma’s heet Natuurlijk Nico en dan weet ik voldoende. Hij heeft een eigen bedrijf met de wat pretentieuze naam Vogelkijkcentrum Nederland. Hij is door het blad Grasduinen uitgeroepen tot ‘de meest inspirerende groene Nederlander’. Deze Nico heeft het vogelen uit de obscuriteit gehaald. Een echte man, desnoods vrouw, kan er nu op feestjes voor uitkomen dat zijn gelukkigste moment was toen hij voor het eerst een visarend zag.
Het moge duidelijk zijn dat ik Nico niet zo mag. Iets exclusiefs is verworden tot een massabeweging. Vogelen is business geworden. Vogelen heeft zijn onschuld verloren. Hoe zou het met Jos Kuyper zijn?
No comment yet, add your voice below!