Vrienden

Ik vier altijd mijn verjaardag. Traditie. Het geeft altijd een tevreden gevoel om een avond lang koning te zijn in je vriendenrijk. Het geeft ook een rijk gevoel. Je geeft vrienden de gelegenheid om te kunnen genieten van je andere vrienden. Soms ontstaan nieuwe vriendschappen. (In het ergste geval hebben ze jou dan niet meer nodig, maar dat komt gelukkig zelden voor.) Ik leen zelf ook graag vrienden van anderen. Als iemand met jou bevriend is, zal hij hoogstwaarschijnlijk een goede smaak hebben.

Toch kan zo’n verjaardag verwarrend zijn. Elke vriend belicht een bepaald gedeelte van je persoonlijkheid en vriend A kan op een dergelijk bijeenzijn een kant van je ontdekken die hij helemaal niet zo aangenaam vindt. Vriend B vindt die kant van jou juist wel aangenaam. Vriend C kan weer vinden dat A zich niet zo moet aanstellen, waarop vriend D zich genoodzaakt voelt om te bemiddelen. Gelukkig ben je na een jaar die ellende weer vergeten.

Mijn ouders hadden ook een soort van vrienden. Die zagen ze uitsluitend op verjaardagen. Men had waarschijnlijk een smoes nodig om elkaar te zien. Op enkele ongetrouwde nichten na kwamen de vrienden paarsgewijs. Dat vond ik toen normaal, maar achteraf is het toch vreemd. Als je iemand aardig vindt, ben je niet verplicht zijn partner ook aardig te vinden. Tussen vier mensen zijn er zes relaties. Er is dus gerede kans dat een van die relaties niet deugt. Ik heb de indruk dat de generatie van mijn ouders en hun vrienden daar niet zo aan tilde. Aan vriendschappen werden toen andere eisen gesteld, alleen weet ik niet welke. Misschien werden er geen andere eisen gesteld dan bij elkaar op de verjaardag te komen. Er werd gebabbeld. Er werden moppen verteld. Misschien een kleine sketch opgevoerd. Genipt aan een glaasje bessen of een Tip van Bootz. Maar ik kan mij niet herinneren dat ze het ergens over hadden dat dieper ging dan een borrelglas. Misschien werden hun emotionele belevenissen in het geniep besproken en bewaarden ze hun filosofieën voor de de pastoor. Maar ik geloof niet dat met vrienden veel gedeeld werd.

Toen mijn oudste vriend J. en ik elkaar pas twintig jaar kenden en we veel concurrentie met elkaar hadden gekend, besloten we dat we van hetzelfde niveau waren. Maar de een mocht denken dat hij een halve centimeter groter was. De ander mocht dat ook.

Men zegt vaak dat vrouwen intiemere vriendschappen hebben dan mannen, maar dat is natuurlijk net zoals je het bekijkt. Vriendschappen tussen vrouwen zijn verbaler en vrouwen kijken elkaar vaker aan. Maar misschien is dat alleen maar omdat vrouwen sneller aan vriendschap twijfelen en de verbale en oculaire intimiteit nodig hebben om te controleren of de ander nog te vertrouwen is. Vrouwen willen constant bevestiging van de vriendschap. Vrouwen zitten tegenover elkaar, mannen naast elkaar. Mannen kijken naar andere mannen die een sport doen of naar een dobber. Niet naar elkaar. Sommige mannen celebreren het zwijgen met een goede vriend. De controle tot het nulpunt gebracht. Niet meer nodig.

Kinderen zijn nogal opportunistisch en dat geldt zeer voor hun vriendschappen. De achterkant van de VPRO-gids staat vol met verhalen van door hun vriendinnen in de steek gelaten meiden. Misschien durven jongens niet over dat soort dingen te schrijven. Maar omdat de groepen waarin meisjes zich begeven veel kleiner zijn dan die van jongens, is het risico van de laatsten meer gespreid. De hartsvriendin komt meer voor dan de boezemvriend.

In mijn lagereschooltijd was ik een vechtersbaas. Met name als mijn kleine broertje werd gemaltraiteerd, kon ik de boosdoener met graagte tot de orde roepen. Jongens werken hiërarchisch en feodaal. Ikzelf mocht mijn broer een tik verkopen, maar anderen die niet tot de clan behoorden, mochten dat duidelijk niet. Ik was niet de sterkste van de school, dat was Kees van de Broek, die een postuur had die hem een voorsprong gaf bij een eventuele latere sollicitatie als uitsmijter. Kees en ik hebben nooit gevochten. Ik deed aardig tegen hem en gaf hem geschiedenisplaatjes, waarvan ik op school de monopolist was. (Ik had honderden gekleurde plaatjes gekregen van een ongetrouwde collega van mijn moeder, waar ik wel eens op bezoek kwam.) Ik had met Kees een verbond gesloten, maar vriendschap was het niet. Kees was een waardevolle bondgenoot in situaties die ik met mijn eigen vechttechniek niet de baas kon.

Het wordt tijd voor een definitie, maar die kan ik niet geven. Het woord ‘vriendschap’ is vrij door iedereen te gebruiken. Na zijn dood bleek Theo van Gogh erg veel vrienden te hebben gehad. Etymologisch is het verwant met vrijen, hetgeen eigenlijk liefhebben betekent. Maar dat liefhebben moet wederzijds zijn. Het is moeilijk vriendschap te hebben met iemand tegen wie je opkijkt of waar je op neerziet. De mooiste vriendschap bestaat tussen autonome mensen die elkaar niet praktisch nodig hebben, maar emotioneel elkaar comfort bieden. Louter het bij elkaar zijn geeft vreugde, of eventueel minder ellende. Anders dan dat is er geen baatzucht. De informatie die een vriend over je heeft, zou in handen van een ander zeer negatieve gevolgen kunnen hebben. Een vriend kent jouw zwakke kanten en maakt er geen gebruik van. Marlène Dietrich heeft eens gezegd dat alleen de vrienden die je om vier ’s nachts kunt bellen van belang zijn. Ik heb de neiging het met haar eens te zijn, maar het is duidelijk dat aan een aantal voorwaarden voldaan moet worden. Het mogen geen matineuze tiepjes zijn, dus mensen met kinderen of andere mensen die geen eigen baas zijn, vallen al snel af. Sowieso mensen in een samenwoonsituatie, want de aandacht die de persoon aan jou op dat moment schenkt, wordt zelden door de partner geapprecieerd. Solidariteitsconflicten zijn fnuikend voor een vriendschap. Het is dus zaak voor het middernachtelijk bellen vrienden te hebben die in een strategisch gelegen werelddeel wonen, het Amerikaanse continent dus.

Mijn al tien jaar dode vriend R. was een natuurlijke vriend, dat wil zeggen dat we weinig moeite hoefden te doen voor het contact. Hij was mijn opvolger bij een ex; zij is nog steeds een goede vriend. Wij praatten met elkaar in halve zinnen, want de andere helft vulden we adequaat aan. Dat snelle begrip spaarde tijd, hoewel dat niet de bedoeling was. Met hem kon ik op zondag langs een winkelstraat lopen. Er was toen nog geen koopzondag. En wij keken, arm als wij waren, naar de etalages. Wij konden elke tien meter lachen om de ridiculiteit van de taal die daar werd gebezigd, in die etalages. Stampot is een leuk woord. Intervieuw. Ook leuk. Schateren deden we. En daarna de beloning van een goedkoop biertje.

Sommige vrienden hebben de slechte eigenschap eerder dood te gaan dan jij. Ze kunnen er natuurlijk niets aan doen. Niet expres, niet om jou te zieken. Maar hun nalatenschap is voor jou de taak een leegte op te vullen. En dus ga je weer op zoek naar een soortgelijke vriend, die je natuurlijk nooit zult vinden. Maar je vindt wel een andere. Helaas duurt dat jaren. Ik kan iedereen aanraden een oude vriend te hebben. Die houdt je bij de les. Een oude vriend vertelt tegen je dat je niet deugt, soms. Bij een nieuwe vriend kan je een nieuw mens worden, omdat hij niet weet wie je vroeger was. Je selecteert de verhalen over je verleden. Zo bouw je dan een nieuw karakter op. Iemand die je nog nooit geweest was. Een nieuwe vriend is een werktuig tot een nieuw leven. En voor hem ben jij dat misschien ook.

Mijn vriend J. ken ik al meer dan vijftig jaar. Wij betreuren elkaars ongeluk en verheugen ons in in elkaars geluk. Als hij dood gaat, zeg ik een prachtige grafrede. Als ik dood ga, doet hij voor mij hetzelfde. De vriendschap is meer dan een familieband, omdat de afhankelijkheid vrijwillig is. Ze is voorbij zelfzucht. Er is geen recht op. Ze kan je geschonken worden. En wees dan dankbaar. Heel dankbaar.

Filed under: De Mens, MissiveTagged with: , , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.