Weemoedige gedachten

Wanneer ik in een goede bui ben, onder andere na een copieuze maaltijd, dan kan ik welereis welwillend denken over gelovigen. Dat ze er bijvoorbeeld ook niks aan kunnen doen dat ze geïndoctrineerd zijn door hun ouders en dat het best handig kan zijn om wat voorgebakken vastigheid in je leven te hebben, zeker als je het warme water niet hebt uitgevonden. Ik kan me ook voorstellen dat het prettig is om te denken dat je na je dood in een hemel komt, met name als je leven uit narigheid bestaat. Als niemand van je houdt, is het fijn om te weten dat je god tenminste van je houdt. Op dat soort momenten kan ik ontroerd raken door mijn eigen lankmoedigheid. En tevreden schenk ik mezelf nog een likeurtje in.

Wij hadden bij ons thuis het ware geloof, het Rooms-Katholieke. Op school en in de kerk werd ons voorgehouden dat het toch zielig was voor bijvoorbeeld de arme negertjes in Afrika dat zij dat geloof niet met ons deelden. Daarom waren de Witte Paters uitgevonden die met trotsering van malaria, gele koorts en andere lichamelijke ongemakken de arme negertjes in Afrika gingen dopen. In feite waren ze de cowboys van god. Moed hadden ze zeker. Eens in de zoveel jaar mochten ze op vakantie in het vaderland. In plaats van zich te laven aan de beschaving, gingen ze dan geld inzamelen voor hun missiepost. Zo eens in het jaar stond in onze kerk een missionaris op de preekstoel met een bedelpreek. Dat was een doodnormale term. De boodschap was duidelijk: er diende ruim in de buidel getast te worden teneinde het zaligmakende werk te steunen. Op de eerste plaats ging het niet om kerstenen, maar om gezondheidszorg. Eerst het lichaam, dan de geest. Soms vroeg hij gewoon om een brommer om zijn verafgelegen doelgroepen te bezoeken. Een enkele keer kwam zo’n man bij ons thuis. Uiteraard ook om te bedelen. Hij deed zijn zegje, hield zijn hand op, gaf ons een mooi plaatje, zegende ons en vertrok weer. Zo’n bezoek maakte op mij altijd een diepe indruk. Ze hadden allemaal een geweldige baard, die missionarissen. Ik vind nog steeds dat een echte man een baard hoort te hebben.

Toen ik klein was, had ik al een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Die missionarissen konden toch niet overal komen. En als zo’n negertje niet gedoopt was, kwam hij in de hel. Maar daar kon hij dan niks aan doen! Ter leniging van mijn zielenood had de kerk gelukkig iets bedacht: het Doopsel van Begeerte. Dat komt er op neer dat áls er een Witte Pater in de buurt was geweest het betreffende arme negertje zich had laten dopen. Hij kon niet weten dat Jezus zich voor ons aan het kruis had laten spijkeren, maar áls hij het geweten had, dan had hij zich gelijk zonder tegenstribbelen bekeerd. Iedereen is katholiek, ook al weet men het nog niet. Een wonderbaarlijke theologie, maar met een duidelijke rechtvaardigheid. Ik kon weer rustig slapen.

Soms kan ik ineens niet begrijpen waarom gelovigen zich niet inspinnen in hun eigen gelijk. Heerlijk liggen onder een warme deken van het ware geloof, dat moet toch haast al een hemel op aarde zijn. En waarom zou je je dan druk maken om al die dwalenden? Het schijnt dat het bekeren van een andersdenkende aan God welgevallig is en dat het tipt voor een hogere plaats in de hemel. En zelf heb ik ook vaak de neiging anderen van mijn gelijk te overtuigen. Maar bij het duo Wordplay – Swordplay kies ik voor het eerste. Als je denkt dat jouw god voor het tweede kiest, dan aanbid je toch een wel zeer ijdel en agressief baasje.

Mattheus laat Jezus hier en daar aardige dingen zeggen. “Want ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben me gekleed, Ik was ziek en jullie hebben naar Me omgezien, Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar me toe.” (Math. 25,35-36). Dit zijn de zes lichamelijke werken van barmhartigheid. Later heeft paus Innocentius III (de naam betekent ‘de onschuldige’, je zult jezelf maar zo durven noemen!) vanwege het volmaakte getal zeven er aan toegevoegd dat we ook de doden moeten begraven. Eigenlijk zie ik deze werken van barmhartigheid als alledaagse uitingen van fatsoen. En we hebben een regering uitgevonden om alles te doen in dezen waar wij door omstandigheden niet toe komen.

In de middeleeuwen hebben ze ook de zeven Geestelijke Werken van Barmhartigheid bedacht. Die zijn: de zondaars vermanen, de onwetenden beleren, de bedroefden troosten, in moeilijkheden goede raad geven, het onrecht geduldig lijden, beledigingen vergeven en voor levenden en overledenen bidden. De laatste is duidelijk indirect, voor zover ik bidden begrijp. Het schijnt spreken met god te zijn, maar ik begrijp niet dat bij de idee van een almachtige en alziende god men kan denken dat diezelfde god beïnvloedbaar is. “God, mijn vrouw is ziek. Wil je haar beter maken?” “Sorry, knul, het was even aan mijn aandacht ontsnapt. Ik zal kijken wat ik kan doen, maar ik beloof niks, want ik heb het erg druk.” “Ik begrijp het. Toch leuk dat je even wilde luisteren.” De zondaren vermanen is altijd een fijne bezigheid. Als je als fietser weer eens door een automobilist in je bestaan wordt bedreigd, dan heb je daar een goede gelegenheid voor. Kijk eerst snel hoe agressief de bestuurder eruit ziet. Sowieso of hij alléén in de auto zit. Als het waarschijnlijk is dat bij een eventueel handgemeen je het onderspit zult delven, schakel dan over op een ander werk van barmhartigheid: onrecht geduldig lijden. Zo niet, dan vermaan je de zondaar met enige welgekozen woorden: “Vuile paardenlul, kajje niet uitkijken. Vuile kankertyfustering vmbo-er! Uit de kont gerukte holtor!” Een vriend van mij had ter ondersteuning van dit werk van barmhartigheid speciaal aangeschafte schoenen met stalen neuzen. Hoedt u echter voor overdrijving.

Laatst zag ik op de televisie iemand beweren dat het vergeven van beledigingen moeilijk is voor mensen die oorspronkelijk uit een herderscultuur komen. Als je dingen hebt die gestolen kunnen worden (vee, cocaïne, sieraden) dan ligt je testosterongehalte hoger en moet je sneller je mes trekken, als je in je eer wordt aangetast. Ik vertel het maar zoals ik het meen te begrijpen, want eer is een begrip waar ik slecht mee uit de voeten kan, maar dat komt natuurlijk omdat ik vee, cocaïne noch sieraden heb. Als ik vroeger op het schoolplein werd uitgescholden, sloeg ik iemand die ik aankon in elkaar als ik een slechte bui had. Was het iemand die een stuk sterker was, dan was het parool ‘Schelden doet geen zeer.’ Een andere was: ‘Ik weet wie het zegt.’ De laatste is oneindig veel sterker, want je stelt je boven alles wat de ander te berde kan brengen. Werkt ook erg op volwassen leeftijd. In Rotterdam voelen van alle bevolkingsgroepen Antillianen en Marokkanen zich het veiligst. Tevens is daar het wapenbezit het hoogst. Een tip voor het gemeentebestuur dat veiligheid zo belangrijk vindt: verschaf van gemeentewege alle inwoners een eremes. Er dient op te staan: ‘Het gebruik van dit mes kan uw eergevoel schaden.’

Een katholiek die veel aan werken van barmhartigheid doet, doet dat alles voor Jezus. Dat heeft Jezus zelf gezegd en dan zal het wel waar zijn. De gelovige barmhartiger komt zodoende hoger of sneller in de hemel. Er zijn ook niet-gelovige barmhartigers. Die komen niet in de hemel en worden dus niet beloond voor hun goede werken. Dat zijn pas de echte onbaatzuchtigen! “Volgens een Amerikaanse studie hebben twintigjarige Amerikanen die zondags naar een kerkdienst of ander religieuze bijeenkomst gaan, een levensverwachting die 6,6 jaar hoger ligt dan hun leeftijdgenoten die nooit gaan. Wie af en toe naar kerk, moskee of synagoge gaat, leeft altijd nog 4,4 jaar langer dan de thuisblijvers.” (Dit lees ik op katholieknederland.nl. Katholicisme in een zeer modern jasje.) Met name die 4,4 interesseert mij zeer. Hoe vaak is af en toe? En als je op de televisie naar een kerkdienst kijkt, tipt dat dan ook? Moet je ook geloven in de betreffende god of is gebedshuisbezoek op zich al voldoende? Ik ben altijd zo benieuwd, hoe zo’n studie wordt gemaakt. Gaan ze dan 10.000 aselecte twintigjarigen volgen tot hun dood? Dan ben je zo’n zestig jaar bezig. Ik heb ook wel eens gelezen, ik ben vergeten waar, dat mensen die geen baas boven zich hebben langer leven. De beroepsgroep die het langst leeft is die van de dirigenten. Maar als een dirigent naar de kerk gaat, heeft hij weer een baas boven zich en dan heeft hij een probleem. De Britse staatsman Benjamin Disraeli (1804-1881) wist het al: “There are three kinds of lies – lies, damned lies and statistics.”

U heeft vast nog nooit van de Evangelische Zentralstelle für Weltanschauungsfragen gehoord. Een zeer belangrijke Stelle. Bij dat instituut hoort Dr. Phil. Michael Utsch, Diplom-Psychologe, die zich daar bezighoudt met religiöse Aspekte der Psychoszene, weltanschauliche Strömungen in Naturwissenschaft und Technik en Scientology. Deze heer heeft uitgezocht dat 1200 onderzoeken een positieve statistische samenhang tussen lichamelijke gezondheid en persoonlijk geloof hebben aangetoond. Een protestants monnikenwerk van de zuiverste plank! Ik heb de man nog nooit gezien, maar nu al houd ik van hem. In de kelders van het EZW heeft hij jarenlang meer dan duizend onderzoeken kritisch bekeken, ze allen testend op hun zuiver wetenschappelijk gehalte en dan, eindelijk, vrouw en kinderen hebben hem reeds verlaten, maar toch gaat hij onverdroten voor, alles voor de wetenschap, dan komt hij met deze verpletterende waarheid naar buiten. Met zo’n man als voorbeeld moet er een roman geschreven kunnen worden die nog omvangrijker is dan ‘Het Bureau’ van Voskuil. Stel je voor dat Utsch lezingen gaat geven in Ierland, Indonesië en Pakistan. Een zekere duizeling bevangt mij nu al… The horror…

Filed under: De Mens, MissiveTagged with: , , , ,

No comment yet, add your voice below!


Add a Comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Comment *
Name *
Email *
Website

Let wel!

Natuurlijk kunt u op dit artikel reageren. Helaas kijken wij eerst of uw reactie voldoet aan onze eigenzinnige maatstaven voor stijl en inhoud. Wij schuwen de kritiek niet, mits goed geformuleerd en onderbouwd. Ook sluiten wij een weerwoord niet uit.

Alvast bedankt.