Het grote nadeel van het leven is dat je er aan doodgaat. Voor de rest kan het meevallen als je geluk hebt en met deze genade meewerkt. Nederlanders hebben desgevraagd veel geluk. Dat is mooi. Maar waarom zijn onze begraafplaatsen dan zulke ongelukkige oorden? Toegegeven, de cipressen staan er goed verzorgd bij en de paden zijn deskundig aangeharkt. Maar waarom worden al die gelukkige levens tekstueel zo ongelukkig herdacht? Waarom zijn er zo weinig mooie zinnen om het mooie leven te herdenken? Veel verder dan ‘Rust zacht, lieve moeder’ komt het zelden. Protestanten willen nog wel eens een bijbeltekst neerzetten, maar vaak wordt dat beperkt tot ‘Jesaja 24:14’ en dan weet je, behalve als je extreem bijbelvast bent, nog niet veel.
Er zijn prachtige grafschriften bedacht, maar ze zijn zelden op een steen gebeiteld. Altijd heb ik gedacht dat ‘Hier ligt Poot, hij is dood.’ een grap was, maar de goede man schijnt het zelf bedacht te hebben en het staat ook werkelijk op zijn steen. Goed zo. Ik ken iemand die voor zijn nogal overspelige vrouw het volgende grafschrift had bedacht: ‘Bij haar leven kon ze het niet laten, nu vullen de wormen haar gaten.’ Deze tekst heeft de steenhouwer niet bereikt. Jammer. Ouderen onder de lezers kennen misschien nog het prachtlied van Jan Boezeroen, ‘De Fles’. Het refrein gaat aldus: ‘Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. Laat dan op mijn grafsteen prijken: Hij kon niet meer op zijn benen staan.’ Briljant, maar dat deze regel op het graf van André Hazes zal komen, schijnt niet meer dan een gerucht te zijn.
Grafschriften voor anderen zijn gemakkelijk. ‘Hier ligt Gerrit Zalm, uiteindelijk toch kalm.’ ‘Hier ligt Balkenende, Jan en Peter. Ze deugden beiden voor geen meter.’ ‘Hier ligt de Geus, helaas niet heus.’ Ik bedoel maar.
Om dit voor uzelf te voorkomen is het verstandig nu al te beginnen met het bedenken van uw eigen grafschrift. U kent uzelf het best van iedereen. U weet zelf het best hoe u herdacht wilt worden. U kunt een monument voor uzelf oprichten. De toevallige bezoekers van uw graf zullen dan weten wie u bent geweest of tenminste hoe u over uzelf dacht. Na uw dood kunt u de mensen nog amuseren of een ‘diepe gedachte’ meegeven. Eindelijk heeft u een doel in het leven: mooi dood zijn. Uw geestelijke nalatenschap zal voor iedereen beschikbaar zijn. Wees niet bescheiden, zoals u was er maar een. Over een aantal jaren zal het een feest zijn om te verpozen op een begraafplaats. De dodenakkers moeten weer leefbaar worden.
No comment yet, add your voice below!