Nou hebben wij in de vriendenkring al twee mensen die zich mediator noemen. Daar hebben ze voor gestudeerd. Wij kennen ze als capabele en betrouwbare dames, dus het gaat niet over henzelf. Het gaat om het woord. De term mediateur schijnt al in 1669 in Nederlandse geschriften voor te komen en betekent gewoon bemiddelaar. Maar het Frans ligt in een verdomd hoekje, dus dit nieuwe beroep, professioneel bemiddelaar, moet op zijn Engels uitgesproken worden. Men spreekt uit: mie-die-ee-tur. Volgens het woordenboek is een mediator (op zijn Nederlands uitgesproken) een mediateur. We hadden het woord dus al. Maar goed. Wij waren echter nieuwsgierig naar het bijpassende werkwoord. Mediaten? Wij gingen hierop googelen. (Weer zo’n woord! Maar in dit geval geen alternatief.) We vonden 36 keer mediaten, een paar keer tussen aanhalingstekens, alsof de schrijvers zelf ook nattigheid voelden. Hoe vervoegen wij dit woord? Ik mediaat leidt onherroepelijk tot een foute uitspraak. Ik medieet dan? Werkt ook niet. We gaan te rade bij het woord deleten. Daar zijn al officiële regels voor. Ik delete, jij deletet, hij heeft gedeletet. Verleden tijd: hij deletete. Dus ik mediate, jij mediatet, hij heeft gemediatet, hij mediatete. Wat een gruwel. Kan iemand in deze kwestie eens gaan bemiddelen?
Mediëren
Filed under: Missive, Taal- en LetterkundeTagged with: taal- en letterkunde, verleden
No comment yet, add your voice below!