De R is weer in de maand. En wat wordt die toch raar uitgesproken. Het is dan ook een heel moeilijke letter. Sommige volken kennen de hele letter niet. (Jazekel, meneel, twee lode polt.) Andere schrijven hem wel, maar spreken hem niet uit, zoals de Britten. En de Nederlanders hebben er ook veel moeite mee. De Haagse R is een soort G. In Zeeland is het een soort J. Om maar wat te noemen. Er zijn drie echte R´s: de tongpunt-R (tdtdtdtd en dan heel snel), de tongrug-R, die naar het schijnt alleen nog in enkele plattelandsgebieden gesproken wordt en de zogenaamde gebrouwde R, die met name in Rotterdam en omstreken vigeert. En juist in deze streek bestaat een interessant fenomeen. De meeste Nederlanders vinden een R zo moeilijk dat ze de voorafgaande klinkers al gaan aanpassen. In het bijzonder hebben de oo en de ee hier last van. Een beer verwordt al snel tot een bir en een boor wordt een soort bor. De Rotterdammer daarentegen laat zich niet door de R ringeloren. Hij weet wat de oo en de ee toekomt. Hij pakt een B, daarna een ronde oo en dan pas een R. Hij zegt dus niet bour, zoals als sommige klinkerleken denken. En hij zegt ook niet beir. Luister nog eens goed. B-OO-R. B-EE-R. Mooi hè. Probeer het nu zelf ook eens.
R
Filed under: Missive, Taal- en LetterkundeTagged with: taal- en letterkunde
No comment yet, add your voice below!