Mijn vader was een grappenmaker. Tegenwoordig zijn vaders opvoeders, begeleiders en stimulators van hun kinderen. Vroeger was dat anders. Toen deden moeders de opvoeding in hun eentje. Wanneer vaders thuiskwamen van hun werk, wensten ze niet gestoord te worden door een over de kinderen klagende moeder.
Tag: kinderen
U bevindt zich in het archief van alle berichten met de tag "kinderen".Koken
Mijn moeder was kooklerares. Hoewel het in de jaren vijftig en begin zestig niet geheel netjes werd gevonden dat een getrouwde vrouw een baan buitenshuis had, had mijn vader daar niet zoveel moeite mee. Als kantoorbediende verdiende hij niet buitensporig en het geld dat mijn moeder binnenbracht, verrijkte het hele gezin. Mijn moeder werd qua huishoudgeld nogal krap gehouden, klaagde ze vaak en haar eigen inkomen maakte haar minder afhankelijk. Het betekende overigens niet dat ze dagenlang van huis was, zeker niet toen we nog klein waren, maar van tijd tot tijd moesten we onszelf redden.
Texel
Van mijn eerste echte vakantie kan ik me alleen herinneren dat ik het woord ‘pension’ leerde, we ’s middags warm eten kregen, ik bij een vreemde meneer op de kamer sliep en mijn broertje thuis bij oma moest blijven. Ik heb ook een rit gemaakt op de laatste stoomtrein van Nederland, Bello geheten en ik heb de Alkmaarse kaasmarkt bezocht. Daar zijn foto’s van en toen waren foto’s nog waar. Ik herinner me de foto’s en niet de bijpassende gebeurtenissen.
Vaders moeder
Er zijn maar weinig ouders die van hun kinderen houden op de manier dat kinderen willen dat er van hen gehouden wordt. Als mijn oma van mijn vader gehouden heeft, dan kon ze dat goed verbergen. Ik kan daar over oordelen, omdat wij bij mijn oma inwoonden. Het was een mooi groot huis, gemeten naar de maatstaven van de kleine middenstand. Bij ons op de Boezemlaan woonden bijvoorbeeld een kruidenier, een aannemer en een eigenaar van een limonadefabriek, dus in die tijd waren wij letterlijk niet van de straat.
Straatvechter
Mijn vader was een straatvechter. Ik heb daar nooit een bewijs van gezien, en ik ken zelfs niemand die daar een blijk van gezien heeft, maar hij heeft het meer dan eens geponeerd. Tsjonge, dachten zijn kinderen, wij hoeven niet bang te zijn voor boze mannen, want wij hebben een straatvechter thuis. En misschien was hij in zijn jonge jaren een echte straatvechter geweest, want wij wisten wel dat hij erg driftig kon zijn.
Het Hele Eiereten
Vergeleken met Kerstmis was Pasen vroeger maar een mager kerkelijk feest. De lijdensweek ervoor was spannender. Eerst Palmpasen, waarbij de welpen en de verkenners (voor de jongeren onder de lezers: de katholieke scouts) in optocht liepen met palmpaasstokken. Dat waren een soort kruisen met in de top een broodje in de vorm van een haantje. Dat haantje was in dit geval niet het symbool van de duivel, maar van de vruchtbaarheid, want Pasen is van oorsprong een lentefeest.
Van Taart tot Erger
In leidinggevende kringen wordt aangenomen dat er bij het werpen van voorwerpen naar anderen een ‘stepping stone’-component aanwezig is. De ‘stepping stone’-theorie komt uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, waarbij ervan werd uitgegaan dat het consumeren van hard drugs werd voorafgegaan door het nuttigen van soft drugs.
Weemoedige gedachten
Wanneer ik in een goede bui ben, onder andere na een copieuze maaltijd, dan kan ik welereis welwillend denken over gelovigen. Dat ze er bijvoorbeeld ook niks aan kunnen doen dat ze geïndoctrineerd zijn door hun ouders en dat het best handig kan zijn om wat voorgebakken vastigheid in je leven te hebben, zeker als je het warme water niet hebt uitgevonden. Ik kan me ook voorstellen dat het prettig is om te denken dat je na je dood in een hemel komt, met name als je leven uit narigheid bestaat. Als niemand van je houdt, is het fijn om te weten dat je god tenminste van je houdt. Op dat soort momenten kan ik ontroerd raken door mijn eigen lankmoedigheid. En tevreden schenk ik mezelf nog een likeurtje in.