Geachte lezer, kent u het woord souzemangel? Als u ja zegt, bent u mijn broer. Mijn vader bezigde dit woord als hij het had over slechte tanden. ‘Brr, die heeft een stel souzemangeltjes!’ Ik heb dat woord altijd beschouwd als iets dat niet tot het normale taaleigen van een Nederlander behoort, maar ook niet iets dat mijn vader zelf had bedacht. Ik kende ook rare woorden als attenooie, bijgoochem, leplazerus, vinketering, achenebbisj, jajem, geteisem en hoteldebotel. (Aquaduct kwam later.) Mijn Hagenese opa van moeders kant was behalve brillenslijper ook handelaar.
Souzemangels
Filed under: Missive, Taal- en Letterkunde